Autotest: Land Rover Defender P400

Oorspronkelijk zou onze testrijder Rob van Ginneken in maart al met de new Defender over de Land Rover-testtrack in Solihull ploegen en stuiteren. Maar nu dan toch. En het resultaat mag er zijn.

Inhoudsopgave

Snel inzicht in de belangrijkste ondernemerszaken: met de Top 3 Scans van De Zaak: de AOV Scan, de Aftrekposten Scan en de Pensioen Scan

Een standaard recept voor klotsend zweet in de handen en witte knokkels terwijl je een onneembaar obstakelparcours wordt gejaagd. Begeleid door een minzaam grijnzende chaperonne van de off-road ontwikkelingsafdeling. Autojournalistje afmatten is een specialiteit van het Britse huis.

Het liep allemaal anders

Engeland op slot, fabriek in Slowakije (yep!) maandenlang dicht en – al lijkt het een kleinigheidje – een uit de rails gelopen super marketing act. De nieuwe James Bond-film ‘No Time to Die’ werd immers naar november teruggeschoven. Met name de Chinezen en Amerikanen wordt daarin via het witte doek duidelijk gemaakt: A Defender gives you wings. Het landen gaat kennelijk iets minder soepel, want er schijnen er tien voor de film gebruikt te zijn. Saillant en mooi detail: de voorserie-auto’s die voor de launch beschikbaar waren, werden ingezet voor veilig vervoer van sleutelberoepen.
Maakt weer wat goed. Launches bij Land Rover zijn befaamd, kan ik melden. Hopelijk komt het er nog een keer van: zo’n deep dive in hun doorwadingen – met een klein metertje tot aan de raamranden – en de tomeloze hellingen en andere obstakels in Solihull. Hun idee van een eerste rijindruk levert steevast een boel ‘dit-gaat-niet-goedkomen’ momenten op. Super dus.

Bijzonder kind

Maar goed, voorlopig is het ook nooit weg om ter compensatie van het gemiste leed/genot als een van de eersten in ons land een paar dagen in de nieuwe Defender te sturen. De lange 110 P400 First Edition versie om precies te zijn…
Je merkt meteen dat die ongeveer evenveel hoofden laat omdraaien als zijn oerversies. Dat wil wat zeggen, want dat waren Spartaanse alleskunners die net na WOII werden ontwikkeld en grappig genoeg juist op onze Amsterdam Motor Show 1948 werd gelanceerd. Bij wijze van post-war Jeep.
Over de decennia evolueerde die naar de nog altijd hoekige en enigszins luxe vorige generatie Defender die tot 2016 werd geleverd. Toen gaf de R&D-afdeling het op om met het rijdende brok metaal nog eens de veiligheids- en milieunormen te halen.
Geloof me, in het wereldje – ook huize van Ginneken – is reikhalzend uitgekeken naar de opvolger. Alle remmen gingen daar los om hem de 21ste eeuw binnen te sleuren. Het resultaat is – tja – bijzonder. Net als die van weleer, maar dan bijzonder groot en imposant. En verbijsterend genoeg ook heel capabel. De doorsnee rijder van een Defender kiest in potentie namelijk tóch een ongelooflijke klimgeit in het terrein. Al wordt hij – laten we eerlijk zijn – toch vooral gesignaleerd in de woeste stadsjungle.
Toegegeven: de Land Rover kan zo hier en daar ook wel bedrijfsmatig worden gesignaleerd met een joekel van een trailer op de haak. Hij sleurt namelijk fluitend een aanhanger van een drie en een halve ton voort.

Ben jij benieuwd welke opties er zijn voor een tankpas? Bekijk de verschillende mogelijkheden via onze tankpas pagina.

Collectors item

Vooral de oer-generaties van de Britse ‘Jeep’ zijn collectors items, zeer gewild door liefhebbers, aannemers en kampeerders. Mensen met geduld en wellicht lichte gehoorschade, want de oudere zijn niet vooruit te fikken en maken een immens kabaal vanbinnen. Ook op het platteland zijn ze nog in gebruik als werkpaard. Er bestaat zowat geen plek waar je niet komt, desgewenst met een paar schapen of palen en rollen prikkeldraad achterin…
Tja, zet dát dan maar eens naast de nieuwe generatie. Even afgezien van een boel geinige designaccenten en zijn hoekige koetswerk heeft de new Defender in feite niéts van zijn voorganger. Behalve dat je nog steeds opvalt als een olifant in een aardbeienveld. Een beetje het Hummer-effect, maar dan – haast ik me te melden – onvergelijkbaar veel verfijnder. Want de Defender is bijzonder comfortabel en bijna overdreven ruim.
Noblesse oblige. Je kunt ook weer een uitkijkplatform of slaapunit op het dak meenemen – met een ladder op de zijkant als optie – want het dak mag van alles dragen. Vandaar dat opvallend grote vlak tussen de ramen, driekwart achter aan de zijkanten. Je kunt daar trouwens ook speciale kastjes hangen. Buiten, wel te verstaan.

XXL

Op een of andere manier zijn ‘ze’ er heel knap in geslaagd om de new Defender toch iets van zijn oer-DNA mee te geven. Zelfs de stapplaten op de motorkap zijn er, al zijn dat hier geen ferm vastgeklonken metalen platen. Voetgangersveiligheid gaat voor. Meer voor de looks dus, want wie klimt er nou op zijn motorkap bij zo’n auto?
De overheersend term is hier: imposant. Het zal alleen niet meevallen om hem met zijn twee meter breedte en vijf meter lengte – met dat achterop hangende jumbo reservewiel – op ‘de PC Hooft’ te laveren of parkeren. En dan heb achter ook nog twee stappen extra nodig om die gigantische achterdeur – met wiel – opzij open te zwaaien. Naar rechts trouwens, de trottoirzijde/ Niet handig. De jumbo bagageruimte begint letterlijk op heuphoogte, even tillen dus.
De Defender is veel auto, heel veel. De enorme neus reikt tot borsthoogte en het dak is meer dan manshoog. Een statement if ever there was one, zal ik maar zeggen…
Het goed nieuws is dat je via de bijpassend gigantische deuren ongehinderd naar binnen kunt springen. Min of meer omhoog, dat wel, maar dan heb zit je ook in de command position. Hoog en met veel overzicht. Nou ja, op meer dan een paar meter afstand dan, want je hebt het beeld rondom van de camera’s en sensoren hard nodig om veilig te laveren.

Multi-stekker

Het zitcomfort is zowel achter- als voorin uitstekend. Net als de ruimte en het licht. Mijn testauto had het grote glasdak en kleine raampjes bovenlangs de dakranden. Een fe-no-me-naal lekker reisauto met een intrigerende en lekker lichte cabine.
Land Rover trekt een blik vol regeltechniek, comfort elektronica en connectiviteit open, zodat hij wat dat betreft helemaal state-of-the-art is. Zo hier en daar een zweem van de oer-modellen, zoals bij de nadrukkelijk zichtbare inbusboutjes op de interieurpanelen. En nee, ik geloof er geen moer van dat je ook déze met een klein gereedschapskistje zelf uit elkaar schroeft bij problemen in de jungle.
Ook aan de passagiersmedemens wordt gedacht en dan niet alleen in de vorm van een wereld aan opbergvakken. En handgrepen voor, zij en boven om je vast te klampen in woest terrein. Denk ook aan een grote koelbox op de console, maar ook een indrukwekkend aantal aansluitingen voor alle mogelijke apparaten. In de kofferbak een 230 volt contactdoos en binnenin een hele serie 12 volt en USB-aansluitingen. Van die laatste zitten er twee op de rug van de voorstoelen, kennelijk bedoeld om daar pakweg je tablet aan te klikken.

Verrassing!

De grootste verrassing is misschien nog hoe prettig deze mastodont ondanks zijn formaat en anderhalf tot twee keer modale gewicht rijdt. Onder motorkap van ‘mijn’ P400 zoemt een machtige mild hybrid benzine zescilinder in lijn met – inderdaad – 400 pk. En 550 Nm trekkracht.
De drielitermotor werkt mooi trillingvrij en zeer stil. Tot je vol op het gas stampt. Met zijn achtversnellingsautomaat en – uiteraard – vierwielaandrijving knalt de grote Defender dan in net boven de zes tellen naar de honderd. Begeleid door een ingetogen maar hemels fraaie zescilinderroffel.
Met het opvallend grote stuurwiel laat hij zich bovendien veel beter een bocht om dirigeren dan je zelfs maar had gehoopt. Imposant Met zijn zelfdragende carrosserie en een nieuw onderstel slaat de nieuweling heel nieuwe wegen in. Puntje van irritatie: net na het wegrijden gaat ergens achterin een luchtpomp hoorbaar aan het werk om de vering op druk te zetten. Meevallertje: we noteerden ondanks de dikke benzinemotor en de luchtweerstand van een fabriekshal toch een verbruik van 1 op 10.  Mocht je haast hebben… hij loopt dik 190 in het uur. Mij niet gezien, maar het kan…

LAND ROVER DEFENDER P400
Motor: 3-liter 6-cilinder MHEV
Power: 400 pk, 550 Nm
Prestaties: 191 km per uur, 0-100 in 6,1 sec.
Testverbruik circa 10 liter 100 km (1 op 10)
Prijs: korte versie D200 vanaf 97 mille
Testauto: Defender 110 (lang) P400 First Edition 129 mille

Tekst: Rob van Ginneken

Foto’s: RvGP

Is jouw pensioenpot al gevuld een zorgeloze oude dag? Check binnen 2 minuten welke pensioenopties voor jou (fiscaal) het beste zijn. Start de gratis Pensioen Scan van De Zaak.

Rob van Ginneken

Rob van Ginneken

Als autojournalist heb ik voor de ondernemer een specifieke kijk op de wereld van de mobiliteit ontwikkeld. De wereld om ons heen verandert in hoog tempo en de automobielindustrie reageert met een snelle transitie naar elektrisch rijden en de opmars van digitale diensten. Nieuwe trends dienen zich aan. Met internationale autotesten, fabrieksbezoeken, technologieworkshops en interviews hou ik de vinger aan de pols.
Lees ook…
Ondernemers die een auto van 15 jaar of ouder rijden, kunnen gebruikmaken van een gunstige regeling. In dit artikel onderzoeken we de redenen waarom…
Zakelijk rijden in 2024? Dan kan je niet om de vraag heen of het nu de tijd is om de switch naar elektrisch te maken. Want na dit jaar gaat er veel…
Iedere eigenaar van een zakelijke of auto in privé betaalt wegenbelasting, ofwel motorrijtuigenbelasting (MRB). Deze wegenbelasting wordt regelmatig…
De maximale onbelaste reiskostenvergoeding is vanaf 1 januari 2024 € 0,23 per kilometer. Wat moet jij als ondernemer en/of werkgever weten over de…
De populariteit van elektrisch rijden neemt snel toe. Daarmee groeit ook de behoefte aan een laadinfrastructuur – ook bij bedrijven zelf. In dit…
Naar je werk reizen kan op verschillende manieren. Sommige werkgevers bieden een zakelijke leaseauto aan, maar je kunt ook kiezen voor een…