Interiew met Kees Schouhamer Immink

In 1982 werd de cd geïntroduceerd in Japan. Een halfjaar later volgde ook de rest van de wereld. Het zou een revolutie betekenen in de manier waarop we muziek beleven. De uitvinding van de cd was het gevolg van een samenwerking tussen Philips en Sony. Eén van de hoofdrolspelers aan de Eindhovense kant is de nu 73-jarige Kees Schouhamer Immink

Inhoudsopgave

Snel inzicht in de belangrijkste ondernemerszaken: met de Top 3 Scans van De Zaak: de AOV Scan, de Aftrekposten Scan en de Pensioen Scan

Na zijn vertrek bij Philips begon hij zijn eigen firma, Turing Machines BV. Zijn succesverhaal leest als een jongensboek over hard puzzelen, de macht over octrooien en het ontkrachten van een hardnekkige mythe. “Dat de directeur van Sony wilde dat zijn favoriete symfonie op één cd zou passen is natuurlijk onzin.”

We ontmoeten elkaar bij u thuis in Rotterdam, pal onder de Erasmusbrug met een prachtig uitzicht over de Maas. U heeft veel van de wereld gezien. Waarom bent u toch weer in uw geboortestad komen wonen?

“Ik heb 25 jaar in Geldrop gewoond en de vijf jaren daarvoor in Eindhoven, tijdens mijn opleiding Elektrotechniek. Dankzij Philips ben ik in Brabant beland, maar ik ben een geboren en getogen Rotterdammer. Na mijn vertrek bij Philips in 1998, gingen mijn vrouw Clazien en ik bij onze huidige buurman op bezoek en besloten om naar Rotterdam te verhuizen toen de eerstvolgende mogelijkheid zich aandiende.”
“De keus voor deze stad was logisch omdat ik hier nog wat aanknopingspunten had, zoals vrienden van mijn oude roeivereniging. Een bijkomend voordeel van dit appartement ten opzichte van ons vrijstaande huis in Geldrop, is dat je hier makkelijker de deur achter je dichttrekt wanneer je op reis gaat. Vaak zijn we drie of vier maanden niet thuis omdat we de winters in Singapore doorbrengen. Dan doe je de deur dicht, en klaar.”

Rotterdam lag er berooid bij toen u werd geboren. Uit wat voor gezin komt u?

“Ja, het centrum van Rotterdam bestond niet meer toen ik geboren werd. Er is hard gewerkt om alles weer op te bouwen in die tijd. Mijn moeder is bijna 90 geworden en mijn vader overleed op zijn 63e. Ik was toen 21. Hij is op zijn veertiende gaan varen als ketelbink. Rotterdamser kan het bijna niet. Ook tijdens de oorlog is hij alsmaar op en neer gevaren tussen Engeland en Amerika. Vlak voor de oorlog trouwde hij met mijn moeder en ze zijn altijd samengebleven. Hij was een fantastische vent.”

U bent getrouwd met de bekende beeldend kunstenares Clazien Immink. Een beoefenaar van de exacte wetenschap en een kunstenares vormen geen alledaagse combinatie. Hoe hebben jullie elkaar leren kennen en wat zijn de grootste verschillen tussen u beiden?
“Clazien komt ook uit Rotterdam. We ontmoetten elkaar toen we 21 waren omdat ik tijdens mijn studie nog regelmatig in Rotterdam te vinden was. Toen we 24 of 25 waren, besloten we om in een flatje in het centrum van Eindhoven te gaan wonen. Onze karakters en professies bijten elkaar helemaal niet. Wel zijn er bepaalde dingen die zij anders zou aanpakken dan ik, maar daarin vullen we elkaar juist goed aan.”

Na uw opleiding ging u aan de slag in het Natuurkundig Laboratorium van Philips, ook wel NatLab genoemd. Wat ging u daar doen?
“Al snel na mijn studie ging ik werken aan de voorloper van de cd en dvd, de Video Langspeel Plaat. Deze VLP had de grootte van een langspeelplaat en was de eerste toepassing waarbij door middel van een laser, dus contactloos, de gegevens op de plaat werden uitgelezen. De VLP flopte genadeloos, het was de eerste flop bij Philips die ik meemaakte.”

“Het was geen technische flop, want de techniek werkte uitstekend, maar puur een commerciële flop. De ontwikkeling duurde namelijk nogal lang en werd uiteindelijk in 1978 toch op de Amerikaanse markt uitgebracht. In de tussentijd waren er ook al videorecorders op de markt gebracht waarmee je op VHS-banden zelf beeld kon opnemen, iets wat met de VLP niet mogelijk was.”
“Als je een heel goede voetballer bent dan ga je ook niet hockeyen”
“Een groot deel van de Amerikaanse klanten bracht hun apparaat terug naar de winkel omdat ze hier niet van op de hoogte waren. Als we de productie iets eerder hadden opgestart dan had Philips ook daarin misschien de standaard wel bepaald.”

Wat vond, en vindt, u zo leuk aan uw vak?

“Het is meestal een vorm van puzzelen, en je kunt ook je intuïtie en je technische kennis veel gebruiken. Als je weet hoe zo’n apparaat werkt dan denk je in het begin na over hoe zo’n code er ongeveer uit moet komen te zien, maar je moet altijd compromissen sluiten. Als je het vak goed kent, dan merk je dat je een voorsprong hebt op een ander en dat je gewoon goed bent in dat vak. Dat maakt het vooral leuk. Als je een heel goede voetballer bent dan ga je ook niet hockeyen.”
Uw EFM-codering werd vervolgens benut om de cd te ontwikkelen, een schijfje dat alleen audio bevat. Dat was een samenwerking tussen Philips en Sony, waardoor de cd in 1982 het levenslicht zag. Hoe is die samenwerking ontstaan?
“Philips had veel octrooien die bij de productie van de speler en het schijfje onmisbaar waren, en Sony was beter in staat om op grote schaal cd-spelers te ontwikkelen. Na verschillende bezoeken over en weer, werd besloten om de cd samen te ontwikkelen.”
“Ik kwam met 30 procent meer opslagruimte, dat was gigantisch”
“Zowel Philips als Sony hadden verschillende prototypes ontworpen die ze aan elkaar lieten zien. De hoge bazen van beide bedrijven besloten om de beste eigenschappen van beide prototypes te combineren om tot het beste product te komen. De techneuten in Eindhoven en Tokio gingen aan de slag om uit te zoeken welke eigenschappen uiteindelijk de beste waren.”
“Moest de speelduur bijvoorbeeld één uur of vier uur bedragen? Pas toen kwam ik bij het proces kijken. Ik ging me bemoeien met de metingen in Eindhoven en Tokio om te bepalen welke code het beste was voor zo’n cd-plaatje. Er moest bijvoorbeeld rekening worden gehouden met stootgevoeligheid en krasbestendigheid. Al werkende kwam ik tot betere ideeën dan wat de collega’s voor mij al hadden bedacht.”
“Ik bedacht een verbeterde codering die het mogelijk maakte om het aantal benodigde ‘putjes’ en ‘niet-putjes’ zo beperkt mogelijk te maken waardoor het formaat van de schijf optimaal werd benut. Zo konden de enen en nullen die deze ‘putjes’ en ‘niet-putjes’ representeerden, foutloos en correct worden uitgelezen met een minimum aan ruimte. Deze codering noemde ik EFM, Eight-To-Fourteen-Modulation. De speelduur kon daardoor 30 procent langer worden. De diameter was al vergroot van 115 naar 120 millimeter, maar daarmee nam de capaciteit met slechts tien procent toe. Ik kwam met 30 procent meer opslagruimte op hetzelfde beperkte oppervlak, dat was gigantisch.”
De mensen bij Sony waren dolenthousiast over uw resultaat, neem ik aan?
“Niet bepaald. Bij Sony vonden ze het allemaal niet zo leuk omdat zij zoveel mogelijk verbeteringen op hun eigen naam wilden schrijven. Ze werden daar namelijk per gebruikt octrooi of patent extra beloond.”
“Alle eigenschappen waren uiteindelijk beter dan die van het oorspronkelijke ontwerp”
“Zij wilden dus vasthouden aan het oorspronkelijke voorstel en er niets aan veranderen. Toshi Doi, destijds de hoogste technische leider bij Sony, probeerde het implementeren van mijn codering tegen te houden door me voor een bijna onmogelijke opgave te stellen. Zijn voorwaarde waarop ze toch akkoord zouden gaan met mijn verbetervoorstel, was wanneer ik het aantal ‘logische gates’ wist te beperken tot 100 per cd-speler.”
“Ik zal je niet lastigvallen met een wetenschappelijke uitleg over wat dat inhoudt, maar dat was een hels karwei. Uiteindelijk is dat na dagen hard werken op mijn oude Apple II-computer toch gelukt. Alle eigenschappen waren uiteindelijk beter dan die van het oorspronkelijke ontwerp.”
U werd dus door de Japanners behoorlijk tegengewerkt bij het bereiken van een gezamenlijk resultaat? Dat lijkt me geen prettige werkrelatie.
“Dat is wel zo, maar die relatie was en is toch uitstekend. Toshi Doi is echt een fenomeen binnen Sony en binnen de technische wereld. Hij is later lid van de raad van bestuur geworden. Daarnaast was hij lid van de Artificial Intelligence Group binnen Sony. Hij is een zeer briljant ingenieur waar ik veel ontzag voor heb. Wanneer ik op bezoek ben in Japan, gaan we bijna altijd samen lunchen.”
Kunt u zich het moment nog herinneren dat u wist dat u de beslissende code had gevonden en dat het dus was gelukt om de ‘weddenschap’ te winnen?
“Dat weet ik nog heel goed, dat was een fantastisch moment. Dat competitieve gevoel hebben de meeste mensen van ons wel hoor, we worden graag uitgedaagd. Ik belde eerst de collega’s van het cd-lab op, en zei ‘Ik geloof dat het gelukt is, we hebben namelijk maar 52 logische gates nodig en dat is veel minder dan het maximale aantal van 100 dat de Japanners eisten’. De collega’s maakten een mooi lijstje met al die tabellen en dat werd verstuurd naar Tokio. De volgende keer dat we daar kwamen, lag de loper voor ons uit.”

U had dus gewonnen.

“In principe had Philips op dit punt gewonnen, maar de relatie moest natuurlijk goed blijven. Het werd dus een gemeenschappelijke uitvinding genoemd. Naar buiten toe was het allemaal gemeenschappelijk. Uiteindelijk las ik in de krant dat er een afspraak gemaakt is tussen Philips en Sony over de opbrengst van de cd’s. Ik geloof dat 40% naar Sony gaat en 60% naar Philips. De octrooien voor optische recording en dergelijke, die waren vooral van Philips. Maar Sony heeft een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan inzicht, de foutcorrectie en de geluidskwaliteit. Dankzij Sony zijn daar een heleboel verbeteringen in aangebracht.”
Er gaat een hardnekkig gerucht dat de directeur van Sony een minimale speelduur van 74 minuten afdwong omdat anders zijn favoriete uitvoering van de negende symfonie van Beethoven niet op één schijfje zou passen. Daarom werd het schijfje vergroot van 11,5 naar 12 millimeter. Is dat gerucht waar?
“Dat is een prachtige mythe, denk ik. Ook ik wilde weten of het wel waar was. Tijdens een lunch met Toshi Doi vroeg ik hem daarom na een paar glaasjes saké of hij ook zijn twijfels had bij het verhaal. Hij zei Of course you are right, but it was a good story, wasn’t it?
“Dat verhaal slaat helemaal nergens op. Ik heb het eens opgezocht en het heeft ongeveer 20 jaar geduurd voor die betreffende uitvoering op cd werd uitgebracht”
“Hij kon ook niet ontkennen dat het waar was, want als lid van de raad van bestuur val je je oude bazen natuurlijk niet af. Feit is echter: bij geluid hoort altijd een leuke mythe, een goed verhaal. Die oorspronkelijke diagonaal van 11,5 centimeter kwam overeen met die van de Compact Cassette, een uitvinding van Lou Ottens in de jaren ‘50. Hij was directeur van de divisie Audio bij Philips en had nooit iemand horen klagen over de grootte van de Compact Cassette.”
“Hij besloot dat ook de cd dan maar zo groot moest worden. Sony overrulede hem echter omdat ze zogenaamd vonden dat die ruizige monoversie van de negende van Beethoven erop moest passen. Dat verhaal slaat helemaal nergens op. Ik heb het eens opgezocht en het heeft ongeveer 20 jaar geduurd voor die betreffende uitvoering op cd werd uitgebracht. Niemand zat daar dus op te wachten, ook de directeur van Sony niet. Je weet het nooit zeker wanneer je er niet zelf bij bent geweest, maar de ware reden om de cd te vergroten is waarschijnlijk een stuk plausibeler.”
“Het is een keiharde business. Dit soort jongens zijn straatjongens hoor”
“Philips had namelijk al een start gemaakt met het produceren van cd’s in een fabriek in Duitsland. Daardoor hadden de Japanners een achterstand ten opzichte van ons. Ze gunden ons die voorsprong niet en dus moest er een mooi verhaal worden bedacht om de aanpassing van de plaatjes te verantwoorden.”
Dus Sony heeft Philips eigenlijk tegengewerkt en ervoor gezorgd dat ze de hele fabriek moesten aanpassen, zodat jullie daardoor tijd verloren?
“Ja, natuurlijk. Het is een keiharde business. Dit soort jongens zijn straatjongens hoor. Alles moest ineens anders, ook de spelers. Dat scheelde meteen een half jaar ofzo, het was een regelrechte ramp.”
Na de cd werden ook de cd-rom en de dvd een succes dankzij uw codering. Toch nam u ontslag bij NatLab in 1998. Uw vrouw heeft u daartoe overgehaald. Waarom?
“Zij zag dat het met mij niet goed ging. En dat het met dat hele Philips niet goed ging. Dat was toch een beetje een rare tent aan het worden door veranderde structuren op de werkvloer en met het aantreden van een nieuwe directie.”
“Dat er verkeerde mensen aan de macht kwamen, dat zag zij van verre”

“Cor Boonstra en Roel Pieper kwamen aan het roer te staan, en met hen enkele leden van de raad van bestuur die overal zo ongeveer hetzelfde over dachten. De manier waarop er binnen Philips werd samengewerkt werd daardoor in negatieve zin veranderd, wat ten koste ging van het werkplezier. Dat merkte je op de werkvloer en Clazien merkte dat ook aan mij. Dat er verkeerde mensen aan de macht kwamen, dat zag zij van verre.”

U lijkt me niet iemand die zich gemakkelijk laat overhalen tot iets. Hoe heeft zij dat toch voor elkaar gekregen?
“Aanvankelijk heb ik eerst gesolliciteerd voor een functie bij een universiteit in Zwitserland. Clazien zei ‘Ik ga wel met je mee naar Zwitserland hoor, maar is dat wel verstandig? Uiteindelijk wil je alleen maar weg bij Philips en we hebben geld zat om het de tien jaar tot je pensioengerechtigde leeftijd uit te houden. Waarom ga je dan niet gewoon weg en ga je iets anders doen?’. Ik wist dat ze gelijk had en op 1 augustus van dat jaar nam ik ontslag.”

Was ook de beslissing om uw eigen onderneming te starten door haar ingegeven?
“Nee, dat was een puur zakelijke beslissing die ik samen met Jan Romijn nam. Jan was oud-directeur bij Philips en hij werd vicevoorzitter van Turing-Machines. Helaas is Jan op 1 augustus jongstleden overleden. Dat heeft me erg geraakt. Hij heeft erg veel voor het bedrijf betekend.”

Pioniers
In de serie ‘Pioniers’ belicht De Zaak personen die baanbrekend werk hebben verricht, omdat ze vinden dat de wereld daardoor beter wordt. Mensen die tegen de stroom in roeien omdat ze er heilig van overtuigd zijn dat hun visie de juiste is. Mensen die out-of-the-box denken én doen. Wat maakt de ware pionier tot wie hij/zij is en waarom lukt het hun wél om hun droom te verwezenlijken en de wereld te veranderen?

Uw bedrijf is vernoemd naar de beroemde Turingmachine, een uitvinding van Alan Turing. Wat heeft hij met uw bedrijf te maken?
“Turing zelf heeft niks met ons bedrijf te maken, maar zijn uitvinding wel. Een Turingmachine is een begrip uit de concrete wiskunde. Het woord machine is een beetje raar in deze context omdat het geen fysieke machine betreft.”

“Je kunt een goed idee hebben, maar je moet het ook economisch goed kunnen uitbuiten”
“De Turingmachine kan worden gezien als een denkbeeldige voorloper van de hedendaags computer. De codes die ik ontwerp die werken eigenlijk ook met zo’n Turingmachine, daar komt het op neer.”

Waar houdt uw bedrijf zich mee bezig?
“Als zelfstandig uitvinder heb ik me toegelegd op het zo goed mogelijk vastleggen van octrooien van uitvindingen die ik doe. Er bestaat niet zoiets als een wereldoctrooi dus als je je uitvinding wil beschermen dan moet je de rechten hiervoor per land vastleggen. Anders mag iemand in een land waar mijn uitvinding niet is vastgelegd, met mijn idee aan de haal gaan en het implementeren in nieuwe producten. Je kunt een goed idee hebben, maar je moet het ook economisch goed kunnen uitbuiten.”

De ideeën die u uitwerkte voor de ontwikkeling van blu-raytechnologie bleek al vrij snel na de oprichting van Turing-Machines een regelrechte financiële klapper voor u.
“Dat klopt. Ik heb octrooien voor mijn ideeën wat betreft blu-ray laten vastleggen in verschillende landen, wat ontzettend veel geld kostte. Er zullen best wat zelfstandige uitvinders zijn in Nederland, maar mede dankzij Jan wist ik een aantal essentiële octrooien succesvol vast te leggen en te verkopen. Dat laatste komt zelden voor.”

“Ik was erg competitief en besloot om eerst zelf te peilen of grote Japanse firma’s interesse hadden in mijn octrooien voor blu-rayapparatuur. Die hadden echter geen van allen interesse. Uiteindelijk ben ik op aanraden van een Japanse vriend naar Zuid-Korea getogen en heb ik alle octrooien aan LG verkocht.”
“LG concludeerde dat ze helemaal geen octrooien bezaten wat betreft blu-ray. Op dat moment klopte ik aan”
Waarom hadden die wel interesse en andere grote bedrijven niet?
“LG was indertijd de grootste producent van cd-roms en dvd’s. In elke computer zat wel een speler van hen. Als er dus een octrooi van mij zou worden geïmplementeerd in hun apparatuur, dan was dat een commercieel succes voor Turing-Machines. In die tijd hadden Sony en de andere grote technologiebedrijven een overlegorgaan waarin ze periodiek de markt bespraken met hun concurrenten.”
“LG was hierin aanvankelijk alleen luisterend lid, wat inhoudt dat ze geen ideeën mochten inbrengen. Toen LG in 1999 of 2000 steering member werd, en daarmee wel voorstellen mocht indienen, concludeerden ze dat ze helemaal geen goede octrooien bezaten wat betreft blu-ray. Op dat moment klopte ik aan en heb ze al mijn octrooien verkocht. Daar was een flinke som geld mee gemoeid, maar het draaide voor mij meer om de wedstrijd die ik meemaakte.”

Waarom denkt u dat het u wel is gelukt om de bepalende EFM-codering te schrijven terwijl anderen daarin faalden? Is dat een kwestie van een andere denkwijze dan de rest bezitten of gaat het om één eurekamoment dat je krijgt?
“Het is niet alleen maar denken, het gaat ook om wíllen. Het is een combinatie van je hersenen gebruiken en competitiviteit. Die scoringsdrang moet je toch wel hebben.”

Op de website researchgate.net staat bij de bedrijfsomschrijving van Turing-Machines ‘currently working on DNA based storage’. Wat is dat?
“DNA kun je tegenwoordig niet alleen uitlezen maar ook schrijven met apparaten. Er kunnen geen lange strengen DNA worden gemaakt zoals die in ons lichaam zitten, maar stukjes van hooguit 100 elementen. Als je die techniek goed benut, dan kun je in één glas water het hele internet opslaan. Net als bij een cd, slaan we alles tot nu toe op oppervlakten op.”

“Door middel van opslag in DNA, zitten al die stukjes informatie driedimensionaal op elkaar gepropt op één grote hoop. Er zijn veel mensen in dat vakgebied bezig met onderzoek en je kunt zelfs al een file opsturen van enen en nullen. Dan krijg je een glazen buisje thuisgestuurd met daarin een vloeistof waar jouw informatie in opgeslagen zit. We zijn nu in Singapore aan het leuren om geld te krijgen en die moleculen te maken.”

Naar wat voor gegevensdragers gaan we toe volgens u? Een glas water dat ik kan uitlezen?
“Waarschijnlijk zal dat eerder een stukje glas of steen zijn. Laten we wel wezen, er zal niemand een heel glas vol DNA produceren, er is geen computer die dat aankan. Dat is tien tot de 22e macht aan bytes. Er zitten bovendien nog een hoop haken en ogen aan. Als ik op mijn computer een bepaald detail van de informatie wil veranderen dan heb ik dat zo gevonden en aangepast. Bij al die moleculen opeengehoopt in dat glas water, is dat een stuk lastiger. Het heeft geen random access memory.”

Denkt u dat we in de toekomst kennis tot ons kunnen nemen door een dergelijke vloeistof op te drinken, en dat informatie dus daadwerkelijk wordt geïntegreerd in ons lichaam?
“Dat weet ik niet. Veel filosofen hebben daar al over nagedacht want leren is natuurlijk een erg tijdrovend proces. Voordat mensen in onze maatschappij zelfstandig zijn, zijn ze toch al een jaar of 20. Je bent dus relatief lang aan het leren en dus afhankelijk van anderen. Het zou handig zijn als je dat proces kunt versnellen, maar of we dat echt willen is een andere vraag.”

Zijn er nog dingen die u graag zou willen uitvinden?
“Nee, ik hoef helemaal niks meer uit te vinden. Mijn academische werk bij de TU Delft en mijn jaarlijkse bezoeken aan Singapore maken me erg gelukkig. Tot een paar jaar geleden was ik parttime hoogleraar aan de universiteit van Singapore. Omdat we dat een prachtig land vinden, komen we daar nog steeds enkele maanden per jaar. ‘s Zomers ben ik hier en dan vermaak ik me ook prima.”

U heeft er ruim 30 jaar aan gewerkt om gegevens zo efficiënt mogelijk op te slaan op fysieke gegevensdragers, of het nu cd’s dvd’s of cd-roms waren. Daarmee heeft u een grote invloed gehad op de manier waarop we lange tijd met informatie omgingen. Kijkt u er met weemoed op terug dat daar nu een eind aan lijkt te komen en dat fysieke gegevensdragers bijna zijn uitgestorven?
“Nee hoor, dat hoort bij de techniek. Neem nou de mensen binnen Philips die bezig waren met de ontwikkeling van beeldbuizen of gloeilampen. Het is gewoon zo dat sommige vakken na zo’n 30 jaar ophouden te bestaan. Dat is ook de gemiddelde effectieve levensduur van een hoogleraar of onderzoeker en dat is helemaal niet erg. Dan kan de jongere garde het van ze overnemen. En dat geldt niet alleen voor technologie maar ook voor ideeën; die verdwijnen op den duur. Sommigen noemen dat vooruitgang.”

Enkele onderscheidingen en prijzen Kees Schouhamer Immink:

Tekst: Bas van Rijzewijk
Fotografie: Bas van Rijzewijk en Kees Schouhamer Immink

Is jouw pensioenpot al gevuld een zorgeloze oude dag? Check binnen 2 minuten welke pensioenopties voor jou (fiscaal) het beste zijn. Start de gratis Pensioen Scan van De Zaak.

Lees ook…
Het starten van een eigen handelsonderneming is de laatste jaren erg in trek. De handelssector is namelijk zeer toegankelijk en biedt diverse…
Als franchisenemer stap je in een beproefd concept. Je maakt gebruik van de naamsbekendheid, marketing en inkoop van een bestaande formule. Mooi…
Ondernemer een doorlopend proces vol valkuilen, uitdagingen en uitglijders. Fouten maken is onvermijdelijk, maar gelukkig zijn veel ongelukken te…
Je hebt een geniaal concept bedacht en wilt starten als ondernemer. Het plan ligt er en je bent klaar voor de inschrijving bij de Kamer van Koophandel….