Jeroen van de Velde en Martijn Klein staan volop in de spotlights. Vanuit hun restaurant Inspired op de Utrechtse Biltstraat hebben ze gewerkt aan een nieuwe creatie: sushi met een krokant laagje, ofwel Crushi. “In 2011 ben ik begonnen op de Biltstraat met een nieuw restaurant. Dat was een uitdagende stap, want de horeca staat onder druk. Na de crisis hadden we weinig spek op de botten. Maar als ondernemer wilde ik door met ondernemen. Er moest iets nieuws worden bedacht.”
Voedingsbodem
Foodfestivals en de aankleding van je culinaire product nemen een steeds grotere plek in, dat zag ook Van de Velde. Dus ging hij in die trend mee. “Door een gelukkige samenloop van omstandigheden kregen we de kans om voor enkele evenementen de catering te doen. Het idee voor gefrituurde sushi hadden we op kleinere schaal al uitgevoerd. We wisten dat er een voedingsbodem voor succes was. Er was één belangrijke contractuele verplichting: onze crushi mag nooit uitverkocht raken. Het probleem was echter dat we niet wisten hoeveel bezoekers er naar het evenement zouden komen: 5.000 of misschien wel 50.000? Dus besloten we de krokante sushi in bevroren toestand mee te nemen en ter plekke te frituren. Zo ben je flexibeler met je voorraad. Een oplettende gast zei ons daarop: ‘zou je niet eens proberen dat principe te beschermen?’ En dat hebben we gedaan.”
Bij patentbureau Lioc werd eerst een check uitgevoerd of hun werkwijze te patenteren viel. Dat lukte. “Onder het patent valt de bereiding van de sushirol, inclusief de mogelijkheden om een krokante laag toe te brengen en die vanuit de vriezer te verkopen. De verkoper hoeft alleen nog maar de frituursessie uit te voeren. De unieke combinatie van de krokante crunchlaag en het diepvriesproces was nog niet eerder vastgelegd.”
‘Relatief goedkoop en toegankelijk’
Peter Lerink biedt ondernemers sinds 2004 hulp aan bij patentaanvragen. “Je kunt een werkwijze beschermen als dat nieuwe, vernieuwende elementen bevat. Als je graag de intellectuele eigendomsrechten wilt laten vastleggen, moet er eerst verkennend nieuwheidsonderzoek worden gedaan. Dat kost een ondernemer al snel tussen de 300 en 800 euro. Als dat positief uitpakt, dan kun je overgaan tot de volgende stap: de patentaanvraag. Voor het indienen betaal je 220 euro en daarnaast betaal je voor een professionele beschrijving van de vinding. Daarvoor moeten octrooigemachtigden (kosten: zo’n 200 euro per uur) of kleine adviesbedrijfjes (ingenieurstarief, 100 euro) worden ingeschakeld. Dat kan oplopen tot zo’n 3000 euro.”
Nederlandse ondernemers vrezen volgens Lerink dat zo’n procedure duur, tijdrovend en moeilijk is. “Dat is niet nodig. Ik ben ervan overtuigd dat als ondernemers zien hoe relatief goedkoop en toegankelijk deze procedure is, men er eerder mee bezig zouden zijn. Zo’n procedure, die een jaar tot anderhalf jaar duurt, is in Nederland nog redelijk goedkoop en snel geregeld. Krijg je de goedkeuring voor je patent, dan is jouw vinding of werkwijze beschermd voor 20 jaar vanaf het moment van indiening. Wel moet je jaarlijks een zogenaamde instandhoudingstax betalen (een oplopend bedrag, beginnend vanaf zo’n 40 euro). Dan moet je je jaarlijks de vraag stellen: is dat bedrag de bescherming nog waard?”
Leveringen
Het lijkt erop dat de patentaanvraag crushi-bedenkers Jeroen van de Velde en Martijn Klein geen windeieren zal leggen. “We willen nu de Nederlandse markt veroveren”, zegt Van de Velde. “Het begint met een contract met DeliXL. Daar zijn we druk bezig om onze eerste uitlevering klaar te krijgen. De productielijn is nu in aanbouw en vanaf 1 maart moet onze nieuwe, gepatenteerde crushi leverbaar worden. En nadat veel mensen aanvankelijk sceptisch waren, krijgen we nu alle handen op elkaar. Dat is overweldigend leuk, mooi en tovert een grote glimlach op het gelaat.”
