Eén DGA, twee Mercedessen
Wim Solo was directeur en de enige aandeelhouder van BV X. Eind 2002 kocht de BV twee Mercedessen – een ML en een GLK – die beide uitsluitend door Solo werden gebruikt.
Solo gaf over 2003 de bijtelling voor één Mercedes aan. De inspecteur vond dat niet genoeg: hij rekende een bijtelling privégebruik voor beide auto’s.
Solo verzette zich tegen deze correctie. In bezwaar stelde hij dat de bijtelling beperkt moest blijven tot één auto. Hij was een verstokte vrijgezel, alleenstaand en alleengaand, en kon onmogelijk gebruik maken van meer dan één auto tegelijkertijd.
Geen ritregistratie
Rechtbank en Hof Den Haag maakten korte metten met dat verweer. De rechtbank stelde vast dat beide auto’s aan Solo ter beschikking waren gesteld en dat hij geen ritregistratie (zie ook: Zo werkt een ritregistratie ») had bijgehouden waaruit bleek dat hij slechts met één van de twee auto’s meer dan 500 kilometer privé had gereden. Dat had hij ook niet op andere wijze aangetoond.
Bijtelling soms beperkt
Solo deed nog een beroep op het ministeriële beleid voor ondernemers die over meerdere auto’s van de zaak kunnen beschikken. Uitgangspunt daarbij is dat bij de ondernemer en zijn gezin niet meer dan twee auto’s voor de bijtelling in aanmerking worden genomen, en bij een alleenstaande ondernemer – of als in het gezin slechts één persoon een rijbewijs heeft – de bijtelling beperkt blijft tot over één auto.
Maar dit keer niet
De rechter wees dat af. Het begunstigend beleid heeft betrekking op ondernemers die binnen hun onderneming een handelsvoorraad aan auto’s hebben, of die een wagenpark exploiteren. Solo behoorde niet tot die groep van ondernemers, waardoor er geen sprake was van gelijke gevallen. Het speciale beleid was dus niet op hem van toepassing.
Commentaar
“Deze uitspraak illustreert het karakter van de bijtelling voor de auto van de zaak. Als een ondernemer of werknemer de beschikking heeft over twee auto’s van de zaak, is het simpele feit dat een mens maar in één auto tegelijkertijd kan rijden geen reden om de bijtelling niet voor beide auto’s toe te passen.
De ondernemer of werknemer kan immers beide auto’s afwisselend gebruiken voor zijn privéritten. En als dat niet zo is, dan moet hij dat aantonen met een kilometeradministratie. Voor beide auto’s…”
Bron: BelastingBelangen