Panama Papers
Nadat een Panamese kantoormedewerker het informatiegewijs niet droog hield, kwam veel informatie vrij over de financiën van een aantal ‘celebrities’. Vaststaat dat zij vermogen uit het zicht hielden. Voor wie of waarom is onbekend. Of, zo handelend, strafbare feiten zijn begaan is nog onbekendurdur….. De publieke opinie heeft het oordeel echter rond. Immers, mensen die iets verbergen, hebben weinig goeds in de zin.
De massa, altijd met het gelijk aan haar zijde, verdringt zich inmiddels voor het altaar der gerechtigheid om de eerste openlijke terechtstellingen vooral niet te missen.
Dat de werkwijze waar het om gaat al jaren opgeld doet en zelfs door overheden werd geaccepteerd, doet er niet toe. Op zich is dat juist. Het feit dat iets mag, maakt het nog niet moreel juist. Zeker in deze tijd van globalisering, bijbehorende vraagstukken rond eerlijke productie en financiering van terroristische netwerken is alertheid geboden.
Dus?
Voorop staat dan dat we deze panama-achtige werkwijzen in de toekomst liefst zo moeilijk mogelijk maken. Dat gaat ook gebeuren. Als ik overzie wat rond de financiële advisering de laatste jaren aan maatregelen werd getroffen, kan dat niet missen.
Wat níet kan, is mensen ongenadig hard om de oren slaan met hun handelen in voorbije jaren zonder dat we weten of zij, met dit handelen, strafbare feiten begingen. Sterker nog, de handelwijze op zich, werd door allerlei overheden gefaciliteerd.
De tijdgeest heeft weliswaar recht van spreken, maar minder over een verleden tijd. Laat hem dat gezegd zijn.
Compliance
Ieder zichzelf respecterende organisatie heeft tegenwoordig een afdeling compliance. Deze afdelingen bewaken toepassing van normen en regels binnen de organisatie en spreken mensen, waar nodig, aan. Een soort “betaalde publieke opinie” eigenlijk.
De introductie van een dergelijke afdeling gaat zelden onopgemerkt. Dat is begrijpelijk. Organisaties werken soms al decennia op een vaste wijze die plotseling misschien wel onjuist is. Verandering aanbrengen in vaste patronen, spreekt niet iedereen aan.
Uitgangspunt is echter de wens een betere organisatie te waarborgen. Dat is uitstekend.
Ook hier geldt echter dat in het verleden gehanteerde werkwijzen veelal, passief, bekend waren bij (de leiding van) het grotere geheel. Dat was dan in de tijd dat men zei: “vertel mij er maar niets over, want….”.
Zo creëerde men een sfeer waarin moeilijke elementen in het werk, vanuit een praktisch oogpunt, werden toegedekt. Vergis je niet, we slaan onszelf veel hoger aan dan, noem eens wat actueels, Oekraïne, maar in Nederland was dit tot, zeg 15 jaar geleden, geen afwijkende manier om moreel ingewikkelde kwesties te benaderen.
Als we daar wat aan willen doen, dan moet dat ook gebeuren. Zeker waar financieel gewin over de rug van een ander plaatsvindt, is ingrijpen op zijn plaats. We kunnen echter individuele medewerkers, die naar de tijdgeest van toen handelden, niet afrekenen op de moraal van nu. Mensen moet de tijd gegund worden om het andere, betere, handelen eigen te maken en uit te voeren.
De tijdgeest heeft wel recht van spreken, maar minder over een verleden tijd. Laat hem dat gezegd zijn.