De wet Oneerlijke Handelspraktijken beoogt een betere bescherming van consumenten, ook als zij in andere Europese lidstaten aankopen doen. In elke lidstaat gaan hiervoor dezelfde regels gelden. Hierdoor moet onder meer het vertrouwen in de Europese markt toenemen en de drempel lager worden om in een ander land iets te kopen. Het geclaimde voordeel voor ondernemers is dat zij voortaan beter weten waar zij aan toe zijn en waar ze zich aan te houden hebben.
Wat betekenen de nieuwe regels?
Om misleiding en agressieve verkoopmethodes tegen te gaan, zal vooral strenger worden gelet op de manier waarop bedrijven proberen iets te verkopen aan consumenten. Dat betekent onder meer dat er volledige informatie moet worden gegeven over de afzender, de prijs en de voorwaarden van een aanbieding.
Ondernemers die de regels overtreden, riskeren onder meer boetes van de Consumentenautoriteit.
De nieuwe regels worden feitelijk al geruime tijd toegepast. Ze zijn ook opgenomen in de Nederlandse Reclame Code. Een bekend voorbeeld van een reclamevorm die al onder vuur ligt, is promotie voor vliegreizen.
Lokkertjes, waarbij de indruk wordt gewekt dat men voor een paar tientjes naar een bepaalde bestemming kan vliegen, maar waarbij de werkelijke kosten veel hoger uitvallen, zijn verboden.
In Nederland ziet de Consumentenautoriteit toe op naleving van de regels. Bij deze instantie kunnen consumenten klachten indienen over verkoopmethodes van bedrijven.
Zwarte lijst
Om duidelijkheid te scheppen over praktijken die echt niet meer door de beugel kunnen, is aan de nieuwe regels een zwarte lijst met twintig oneerlijke en misleidende handelspraktijken toegevoegd.
Wat staat er zoal op deze lijst?
– het is verboden is de schijn te wekken dat een bedrijf failliet is of gaat verhuizen en daarom een ‘opheffingsuitverkoop’ houdt.
– Ondernemers mogen niet beweren dat ze een gedragscode ondertekend hebben als dat niet het geval is. Ook is het verboden een keurmerk te voeren als men daarvoor geen toestemming heeft gekregen.
– het is niet toegestaan bij consumenten de indruk te wekken dat zij iets gratis ontvangen. Bijvoorbeeld een reclamefolder waarin staat ‘U heeft een gratis cd gewonnen’, maar waarvoor de consument wel eerst iets moet kopen om deze te ontvangen.
– Producten tegen een zeer voordelige prijs aanbieden zonder over voldoende voorraad te beschikken.
– Directe aanmoedigingen naar kinderen toe zijn uit den boze. In reclame voor populaire kinderfilms mogen kinderen niet aangespoord worden hun ouders te vragen deze film direct te gaan kopen.