Categorieën

Autotest De Zaak

Alfa’s werden tot voor kort in ‘homeopathische’ aantallen verkocht, maar met de lancering van de Giulia is het merk volgens autoredacteur Rob van Ginneken letterlijk en figuurlijk weer helemaal alive and kicking.

510 pk of 200 pk

Met de 510 pk sterke Quadrifoglio trakteer je jezelf op een kanon op wielen, voortgestuwd door een biturbo V6 motorblok met allerhande Ferrari-trekjes. Iets minder te besteden? No worries, want de 200 pk sterke 2-liter Turbo is ook een echte Alfa die sterk doet denken aan de heerlijke TwinSpark-versies van weleer.
De liefhebbers weten het zeker: sturen doe je met de voorwielen en aandrijven met de achterwielen. Niet voor niets pakken supersportwagens en serieuze racewagens het ook zo aan. Echte auto’s hebben achterwielaandrijving.
Het is misschien een beetje kort door de bocht geredeneerd, maar rijders die van een lekker stukje sturen houden zweren erbij. Wat dat betreft is er mooi nieuws: Alfa Romeo keert van zijn dwalingen terug. En terecht, mag ik wel zeggen. Met de compleet nieuw ontwikkelde Giulia hebben ze voor het eerst sinds ’92 weer een zakenklasse auto met ‘standaardaandrijving’ in huis. Want zo heet dat onder autokenners.
Het resultaat is een voltreffer voor zowel de zakelijke rijder als de liefhebber van volbloed sportwagens. En alles daartussenin. Het aardige is namelijk dat veel van de bijzondere snufjes uit het Quadrifoglio-racekanon vrijwel één op één zijn overgenomen in de andere uitvoeringen. De koolstofvezel aandrijfas en het leeuwendeel van het fraaie lichtmetalen onderstel bijvoorbeeld.

Zacht monster

Het monster is trouwens verrassend ‘zacht’ voor zo’n 510 pk krachtpatser. Toch heeft hij veel tractie en stuurt mooi beheersbaar. Nou ja, meestal dan. Met zijn 600 Nm trekkracht is de souplesse imposant, maar gaat hij ook als een kogel van de plek – in minder dan vier tellen naar de honderd. Hou je voet strak omlaag en de versnelling komt zo rap dat de optionele ‘dubbele koppeling-versnellingsbak’ echt een must is. Hij schakelt flitsend snel en dat maakt er simpelweg een andere auto van.
De Quadrifoglio komt opeens veel meer tot leven dan met de handbak en je knalt – inclusief een plof in de uitlaat bij elke vol gas geschakelde-versnelling – in een streep naar de top. Ergens rond de 308 kilometer per uur. Maar de eerlijkheid gebiedt te melden dat ik op het testcircuit Balocco even andere dingen had om op te letten.
De Quadrifoglio heeft vier voorgeprogrammeerde rijstanden, waarvan drie zich merkbaar met de ‘leiding’ bemoeien. In de maximum attack-afstelling begint de pret pas echt. Je voelt de achterkant snaaks uitbreken bij iets te enthousiast een bocht uit accelereren. En als je toch gas blijft geven drift de Quadrifoglio driftend met vol tegenstuur over vier wielen glijdend de hoek uit. Als je snel genoeg reageert tenminste…
Wat mij betreft mag je hem ergens tussen de BMW M3 en de AMG C63 inschalen. De eerste is harder en meer tricky dan een Alfa en de tweede juist meer aan het andere eind van dat scala. Oké, de afwerking kan niet tippen aan die van Duitsers, maar het mag de pret niet drukken.

De 2.0 Turbo

Als gezegd is er met een iets minder brute 2.0 Turbo ook heel weinig mis. Wel zo prettig als je niét ergens 108 duizend euro hebt slingeren. Natuurlijk heeft Alfa ook diesels in de aanbieding, mocht je voor lagere bijtelling gaan, maar de turbo benzineversie is toch de real deal als de pretfactor meetelt.
Voor die nieuwe turbomotor is een blik vol hightech snufjes opengetrokken die het verbruik drukken, zonder dat het de dynamiek schaadt. Hij heeft de juiste combinatie van comfort en scherpte, klinkt fantastisch onder volle acceleratie en heeft zijn eigen achtversnellingsautomaat.
De Giulia Turbo komt zeer gespierd uit de startblokken en met zijn top van 230 doe je ook op de Autobahn aardig mee. Maar de Italiaan is onder andere door zijn fifty-fifty gewichtsverdeling toch vooral in zijn territorium op mooie stuurwegen. Iets meer gevoel in de besturing was daarvoor mooi geweest, maar als alternatief voor de standaardkeuzes bij Audi, BMW en Mercedes & Co mag hij absoluut op de boodschappenlijst.
Businessclass met ballen, zogezegd.

The looks

Over design moet je nooit teveel praten, maar de Giulia is in elk geval op een kilometer afstand als Alfa Romeo herkenbare met die voorpartij met opzij geschoven kentekenplaatje en grote luchthappers. En profilgezien doet de Italiaan mij om een of andere reden ook wel aan een BMW denken. Het kan slechter.

Praktisch

Door de praktische bril gezien biedt de Giulia behoorlijk veel ruimte en is de bedienbaarheid goed voor elkaar. Interieur en uitrusting staan op passend hoog niveau, inclusief HD-beeldscherm en allerhande Spielerei op de console én in het stuurwiel. Kritiekpunt: de afwerking mag in details nog wel iets beter. Wellicht schaven ze dat in Piedimonte San Germano nog bij.

Kosten

Prijstechnisch gezien laat de Giulia de bank niet springen, met de 2.2 diesel en de 2.0 Turbo onder de 40 mille. Leasen lijkt de weliswaar iets duurdere, maar veiligste weg. De Italiaan moet zich nog wel bewijzen als het om restwaarde en kostenplaatje gaat.

Foto’s: Alfa Romeo

Rob van Ginneken

Rob van Ginneken

Als autojournalist heb ik voor de ondernemer een specifieke kijk op de wereld van de mobiliteit ontwikkeld. De wereld om ons heen verandert in hoog tempo en de automobielindustrie reageert met een snelle transitie naar elektrisch rijden en de opmars van digitale diensten. Nieuwe trends dienen zich aan. Met internationale autotesten, fabrieksbezoeken, technologieworkshops en interviews hou ik de vinger aan de pols.
Lees ook…
Het is intrigerend om te zien hoe de Japanners eigenzinnig hun koers uitstippelen. Ook als het gaat om de run op elektrische auto’s. Toch houdt Mazda…
Het aanbod in de betaalbare compacte klasse wordt steeds krapper. Menig automerk zegt er geen droge boterham mee te kunnen verdienen. Vervelende…
De nieuwe Opel Astra Sports Tourer oogt – de naam zegt het al – dynamisch én heeft bovendien businessclass-reisauto-kwaliteiten. Met zijn…