Categorieën

Blog van Gijs Veenhuijsen

Je overwoog, na mijn vorige blog, alles nog eens. Je kiest voor variant 'Frankrijk'. Niet uit vriendschap, dat is voorlopig even voorbij. Die hele lening aan die vriend van je, bleek een canard. Nee, je denkt er zakelijk beter uit te springen, vandaar. Maar dan. Wat gebeurt er dan fiscaal? Heel wat. Ik leg het je uit.

Jouw positie als geldgever

Het hele bedrag van 150.000 euro zie je niet meer terug. Dit bevestig je, uiteindelijk, ook in een brief. Zo “geef je je vordering prijs”. Gelukkig kun je beargumenteren dat niet jij, maar je onderneming de geldgever was. Dat is belangrijk. Het verlies op de lening is daardoor een ondernemingsverlies. En een ondernemingsverlies, tja, dat is fiscaal aftrekbaar van het ondernemingsresultaat. Omdat het je zo goed ging de laatste jaren, zit je in de hoogste tariefschijven en krijg je, al met al, zo’n 60.000 euro van die anderhalve ton terug van de Belastingdienst.
Daarnaast is je “vriend” je natuurlijk wel wat verplicht in de toekomst. Hij blijft ondernemen als zijn schuldeisers meewerken, zo liet hij weten. Dát houd je bij toekomstige zakelijke contacten natuurlijk in het achterhoofd. Uiteindelijk was hij altijd al afnemer en dat zal niet zomaar veranderen.
Dit laatste is, als het goed gaat, natuurlijk het meest waardevolle element voor je onderneming.

Zijn positie als schuldenaar

Hier gebeurt, fiscaal althans, wat vreemds. Fiscaliteit gaat uit van “wederkerigheid”. De uitgave die tot een aftrekpost leidt, is bij de ontvanger belast. Denk aan een zakelijke aankoop van een ondernemer, de omzet bij de verkoper is belast. Alimentatie is er ook zo een. Aftrek bij de betaler, belast bij de ontvanger.
De wederkerigheid wordt bij het prijsgeven van vorderingen echter doorbroken. Doel is natuurlijk om de ondernemer die echt in de problemen raakt redelijkerwijs “in de lucht te houden”. De maatschappelijke kosten van een faillissement zijn vaak hoger dan de kosten van het doorbreken van deze wederkerigheid.
Maar goed, onze “vriend”, maakt op deze kwestie natuurlijk winst. Hij had tenslotte een schuld aan jou. Die hoeft hij nu niet meer te betalen en valt dus vrij in zijn winst als een “ondernemingsbate”. Normaal is dat belast, zo’n ondernemingsbate. Maar de Wet biedt de mogelijkheid, onder voorwaarden, deze winst buiten beschouwing te laten. Dat scheelt de “ondernemer in zwaar weer” dus belastinggeld. Reken, los van overige verliezen, op zo’n 50.000 euro. Die kan hij dus weer in de wederopbouw van zijn eigenhandig gefnuikte tent steken. Als hij wat van de voorgaande episode leerde, zal dat een goede investering van onze overheid blijken.
En ja, jij hebt hem met je “gulle gebaar” in de positie gebracht, twee keer van goedheid te profiteren. Eén maal van jouw goedheid en één maal van die van de overheid. Maar goed, we zouden onszelf niet zijn als we ’s-Rijks goedheid, voor de onderlinge relatie althans, niet vooral aan onszelf toedichten. Je “vriend” zal het zo ook wel willen zien, dunkt mij.
Blijkt zo’n “canard”, op Franse wijze, toch nog smakelijk te confijten…. Geniet er van!
Lees ook…