Toen hij op zijn 20ste naar Utrecht verhuisde had hij een Zilvervlootspaarrekening met daarop 20.000 gulden. Bedoeld voor als hij ooit zou trouwen. Paul: “Ik dacht: dat ga ik mooi niet doen. En tot op heden ben ik niet getrouwd met mijn vriendin. Als eerstejaars student besloot ik dat geld te investeren in een huis van 42.000 gulden. Ik ging toch vijf jaar in Utrecht studeren en vond het zonde mijn geld aan huur te verkwisten.
Verstandshuwelijk
Het bleef niet bij één huis. “Ik heb risico’s genomen en in huizen geïnvesteerd. Na mijn studententijd kreeg ik verschillende goede banen met dito salaris, waardoor ik halverwege de jaren ‘90 privé een mooie vastgoedportefeuille had.” De banen die hem al het vastgoed opleverden, maakten hem echter niet gelukkig. “Ik leefde in een verstandshuwelijk, want mijn werk was niet mijn passie.”
“Toen ik 34 was dacht ik: als ik 45 ben word ik toch ontslagen, dus dan kan ik beter nu al zelf iets opzetten. Dus ben ik zelfstandige geworden in de zakelijke dienstverlening. Ik werkte volgens het principe uurtje-factuurtje. Ik kon veel uren schrijven, de tarieven waren hoog.” Dat heeft hij tien jaar gedaan en hij is ermee gestopt toen hij zag dat de markt terugliep. In de periode daarna heeft hij een bedrijf in bouwsystemen opgericht in samenwerking met de BAM. Enkele jaren later heeft hij deze onderneming succesvol verkocht.
Dagbesteding
“Door mijn vastgoedportefeuille had ik een passief inkomen. Op zo’n manier leven is enorm comfortabel, maar dat breekt je op een gegeven moment op. Ik was midden 40 en had een dagbesteding nodig.” Toen was eindelijk de tijd aangebroken om zijn dromen na te jagen. “Al vanaf mijn jeugd droom ik ervan ooit een product op de markt te brengen, dat heel groot te laten worden en het na een paar jaar voor 10 dollarcent in Mexico uit een grabbelton te trekken. Het slaat eigenlijk helemaal nergens op, maar dat wil ik. Als dat lukt heb je een groot deel van de wereldbevolking weten te bereiken.”
Hij heeft zichzelf de opdracht gegeven om dat voor elkaar te krijgen.”Ik moest een food-product ontwikkelen dat iedereen zou kunnen betalen. Food is een groeimarkt. Zo kwam ik al snel op snoep uit. Ik stelde steeds meer randvoorwaarden op en kwam zo uit op wat nu Beasty Energy is, winegums die hetzelfde effect hebben als een energiedrank.. Het gaat verkocht worden in Polen en ik ben ook bezig in Turkije. In Nederland is het nog lastig om het in de markt te zetten. Je komt niet zomaar bij een tankstation te liggen.”
Personeel vreet energie
Het gelijknamige bedrijf Beasty Energy is er één zonder personeel. “Ik doe altijd alles zelf, maar ik ben geen zzp’er. De mankracht die ik nodig heb huur ik in. Ik maak gebruik van mijn netwerk en zet flexibele arbeidskrachten in. Ik wil niet aan personeel vast zitten en me druk hoeven te maken over ziekmeldingen enzo. Dat vreet energie. Als je zelf de kar trekt kom je het hardst vooruit.”