Volgens arbeidsrechtadvocaat Maarten van Gelderen is er sinds 2015 een “waterscheiding” opgetreden tussen mkb-bedrijven met meer of minder dan 25 werknemers. “Bedrijven van 25 medewerkers en meer betalen het volle pond aan ontslagvergoeding. Dat is een belangrijke trendbreuk. Nog niet eerder zagen we een dergelijk verschil tussen bedrijven van verschillende grootte.”
Transitievergoeding
Met name voor mkb-bedrijven met minder dan 25 werknemers zal er wat gaan veranderen. “De ontslagvergoeding is vervangen door een transitievergoeding”, zegt Van Gelderen. “Dat houdt in dat iedere werkgever een werknemer bij ontslag na twee of meer dienstjaren een vergoeding moet betalen. Dat is veel minder dan de kantonrechtersformule van nu, die voor veel ondernemers een doorn in het oog is. Heb je als werkgever mensen vele jaren in dienst, dan kan die ontslagvergoeding via de kantonrechter al snel oplopen tot vele tienduizenden euro’s.”
De gedachte achter deze nieuwe transitievergoeding is dat deze kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld scholing of de overstap naar een andere baan. De regeling schrijft voor dat na een dienstverband van twee jaar of meer de werknemer 1/3 maandsalaris krijgt voor elk van de eerste 10 gewerkte dienstjaren. Voor alle dienstjaren daarboven wordt een half maandsalaris per gewerkt jaar uitgekeerd.
65-plussers
“Voor 65-plussers is er een speciale regeling”, weet Van Gelderen. “Omdat die zouden voelen dat de nieuwe regeling een stuk lager is dan de huidige, heeft de 65-plusser recht op een hogere transitievergoeding. Die krijgt een maandsalaris per gewerkt dienstjaar vanaf de leeftijd van 50 jaar. Kortom: 65-plussers zijn een stuk duurder bij ontslag. Deze regel geldt echter niet voor bedrijven met 25 werknemers of minder.”
Er is nog een verschil tussen bedrijven met meer of minder dan 25 werknemers. “De magische grens van 25 werknemers is een factor op het punt van bedrijfseconomisch ontslag”, zegt Van Gelderen. “Ook als je moet reorganiseren bij verlies of rode cijfers is er een duidelijk onderscheid tussen grote en kleinere bedrijven. Kleine bedrijven hoeven niet eens de standaard transitievergoeding te betalen bij ontslag. Zij hoeven alleen maar rekening te houden met vergoedingen voor dienstjaren vanaf 1 mei 2013.”
Grootte bedrijf bepaalt ontslagvergoeding
Dit impliceert dat het voor werknemers behoorlijk gaat uitmaken of ze bij een groot of klein bedrijf (gaan) werken: de grootte van het bedrijf bepaalt de kans op een ontslagvergoeding. Een praktisch voorbeeld. “Als de kaasboer om de hoek de concurrentiestrijd verliest met de grote supermarkt verderop en twee verkoopsters moeten ontslag krijgen, dan gold tot nu toe een normale ontslagvergoeding. Voortaan hoeft dat bij kleine bedrijven niet meer.”
Op het moment van ontslag zal worden gekeken hoeveel werknemers de firma in de voorgaande fase had. “Daarvoor kiezen de instanties de tweede helft van het kalenderjaar vóór het jaar van ontslag. Dus is er op 1 augustus 2016 sprake van ontslag, dan bekijken ze hoeveel werknemers geregistreerd stonden in de tweede helft van 2015. Dat is dan bepalend voor de ontslagvergoeding.”
Volgens Van Gelderen is het voor ondernemers ook belangrijk om te weten dat bedrijfseconomisch ontslag niet altijd gunstig uitpakt. “Nu is er nog de gratis route via het UWV, waarbij er geen ontslagvergoeding hoeft te worden betaald. Straks kun je wel langs het UWV gaan, maar zal er toch een ontslagvergoeding moeten komen. Die route wordt dus duurder.”
Let op dossieropbouw!
Bij verwijtbaar gedrag aan de kant van de werknemer wordt ontslag in principe een stuk goedkoper. Wel heeft Van Gelderen een tip voor ondernemers. “Let op de dossieropbouw. De regels schrijven voor dat je aantoonbaar moet maken dat een werknemer disfunctioneert. Geef aan dat je geprobeerd hebt een verbetertraject in te zetten. Toon aan dat jou, als ondernemer, niets te verwijten valt. Ik zie bij mkb-bedrijven vaak dat de dossieropbouw nìet of slecht op orde is. Dat kan mkb’ers opbreken in zo’n situatie.”
Eline Beekhuis en Roselinde Boswinkel van Marxman Advocaten stellen op Zorgvisie dat er mogelijk een weeffout in het ontslagstelsel zit. “De ondernemer is de transitievergoeding ook verschuldigd bij een ontslag na twee jaar ziekte. Dat was niet zo. In het nieuwe recht wordt geen onderscheid gemaakt tussen arbeidsgeschikte en arbeidsongeschikte werknemers. De werkgever is kort gezegd voor de zieke werknemer naast de loondoorbetaling van twee jaar ook de transitievergoeding verschuldigd als hij de arbeidsovereenkomst beëindigt. Dit leidt tot extra kosten voor de werkgever naast alle kosten die een werkgever al maakt voor een zieke werknemer.”