Participatiemaatschappijen
Vorig jaar zijn 386 bedrijven gefinancierd door participatiemaatschappijen voor in totaal 3,1 miljard euro. Zo’n 70 procent van die bedrijven heeft minder dan honderd werknemers (cijfers: Nederlandse Vereniging voor Participatiemaatschappijen). Participatiemaatschappijen leveren risicodragend vermogen voor de financiering van niet beurs-genoteerde bedrijven. De fondsen van een participatiemaatschappij worden gevuld door zo’n 15-50 beleggers, zoals verzekeraars, pensioenfondsen en banken. Een participatiemaatschappij neemt een aandeel in een onderneming waarvan zij verwacht dat deze meer waard zal zal worden in de toekomst.
Vaak gaat dat goed, soms niet. En af en toe met rampzalige gevolgen…
Kapitaal en kennis
Marcel Meeuwsen (gefingeerde naam*) bracht samen met zijn businesspartner in 2010 een veelbelovend product op de markt. ‘Het liep uitstekend. We exporteerden al naar Duitsland en de Verenigde Staten.’ Om verdere groei mogelijk te maken ging hij op zoek naar grotere investeerders. Hij kwam uit bij een participatiemaatschappij. ‘Er was een klik. Zij hadden affiniteit met de markt waarin wij actief zijn. We zochten kapitaal, maar ook de nodige kennis om te groeien.’ Aan het begin verliep de samenwerking voorspoedig. We kregen de beloofde eerste storting om de lopende kosten voor de eerste twee maanden te dekken. Vervolgens lag er een plan om 30 procent van het afgesproken totaalbedrag te investeren in een nieuwe interactieve website. ‘Alles was in kannen en kruiken. De papieren waren in concept al ondertekend.’
Failliet
‘Plots werden we naar het kantoor van de participatiemaatschappij geroepen. Daar vertelden ze doodleuk dat ze onze 51 procent van de aandelen voor 1 euro wilden overkopen. Anders zou het beloofde geld niet in de onderneming worden gestoken.’ Na een discussie verlieten Meeuwsen en zijn businesspartner vol ongeloof het kantoor. Een gespecialiseerde jurist kwam eraan te pas, maar de partijen kwamen er niet uit. ‘We hadden ons bedrijf al volledig ingericht op de verwachtte groei en onze voorraad uitgebreid. Het beloofde geld bleef echter uit en het bedrijf van Meeuwsen ging uiteindelijk failliet. ‘We stonden met zes man op straat. Vreselijk om mee te maken. We hadden gewoon een goedlopend bedrijf. Dat ging in rook op. Ik had de neiging om me heen te gaan slaan.’ Terugblikkend zegt Meeuwsen: ‘Aanvankelijk had ik 100 procent vertrouwen in de samenwerking, maar uiteindelijk heeft degene met het geld de macht.’
Goed voorbereid
Meeuwsen: ‘We hebben niets aan het toeval overgelaten. We hebben een adviesbedrijf in de arm genomen om op zoek te gaan naar de juiste investeerder. Hij heeft in opdracht van ons en vanuit zijn expertise de onderhandelingen met potentiële investeerders gevoerd. Vanaf de eerste kennismaking met de participatiemaatschappij tot het passeren van de aktes bij de notaris zijn de gebruikelijke stappen doorlopen, waaronder een due diligence onderzoek, het overleggen van een businessplan met meerjarenprognose, een uitgewerkt investeringsplan, een persoonlijke presentatie, aanpassing van de statuten en onderhandelingen met betrekking tot de waarde en conversie van aandelen. Dit hebben we laten controleren door onze eigen notaris. Het was een traject van maanden. Vervolgens is het beleidsplan voor 2014 en verder in het kader van de overeengekomen financiering officieel vastgesteld en goedgekeurd. Bestuurders zijn na goedkeuring van het actieplan aan de hand van dit beleidsplan aan de slag gegaan om het een en ander in gang te zetten en nieuwe verplichtingen aan te gaan, maar de afspraak van de volgende stortingen werd dus niet nagekomen.’
Herstart
In de afwikkeling kon Meeuwsen wel het intellectueel eigendom en de voorraad behouden, waardoor hij een herstart kan maken. ‘We zijn bezig met een nieuw businessplan. Onze relaties aan de productiekant en verkoopkant willen nog steeds samenwerken. Ook moeten we weer op zoek naar geld, maar ik sla dit keer participatiemaatschappijen even over.’
* Dit is een gefingeerde naam, omdat de ondernemer in kwestie een boeteclausule heeft in zijn ontsnappingscontract. Negatieve uitlatingen zouden financiële consequenties voor hem hebben.
NVP: ‘stem ambities goed af’
‘Zulke negatieve verhalen horen we niet vaak’, zegt Marc van Voorst, woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP). ‘Verschillen van inzicht komen net als in de rest van het bedrijfsleven voor, maar een participatiemaatschappij zal alles in het werk stellen om een goede relatie te houden met de ondernemer. Het doel is tenslotte waarde toevoegen aan het bedrijf en daarin speelt de ondernemer een cruciale rol. Niemand heeft belang bij een conflict. Het is wel belangrijk om van tevoren de onderlinge ambities goed af te stemmen en dus goed te communiceren. Als je als ondernemer het niet eens bent met de gestelde doelen, kun je er beter niet aan beginnen. Verder is het van belang dat de ondernemer zelf ook referenties trekt op de investeerder: vraag andere ondernemers hoe de samenwerking met de desbetreffende participatiemaatschappij is verlopen. Op hun website kan je vinden waar zij nog meer in geïnvesteerd hebben. Van Voorst haalt nog een reden aan waarom participatiemaatschappijen belang hebben bij een goede verhouding met de ondernemer. ‘De reputatie van een participatiemaatschappij is heel belangrijk. Zij halen zelf geld op bij grote partijen, zoals banken, verzekeraars, pensioenfondsen en de overheid om vanuit fondsen bepaalde ondernemingen te financieren. Dan kun je je geen slechte reputatie veroorloven.’
Roeland van Dijk: ‘bereid je goed voor’
‘Je hebt goede en slechte investeerders’, weet Roeland van Dijk, specialist financiering van Dutch Network Group. ‘In Nederland zijn er ook investeerders die alleen maar uit zijn op snelle winst en druk uitoefenen om dat voor elkaar te krijgen. Aan de andere kant zijn er ook ondernemers die uit zijn op snel geld. Met een participatiemaatschappij kun je een hele succesvolle samenwerking hebben, maar de ondernemer en financier moeten blijven communiceren met elkaar. Daar schort het vaak aan. Het gaat vaak fout als het niet zo gaat als één of beide partijen hadden verwacht. De oplossing is vaak: goed en helder communiceren.’
Van Dijk spoort ondernemers aan zich goed voor te bereiden op een financieringsronde. ‘Het gaat om vier essentiële stappen.
-
Informeer jezelf en laat jezelf informeren over mogelijke financieringsvormen.
-
Maak een goed financieringsplan.
-
Selecteer financiers en presenteer je plan.
-
Blijf naderhand goed communiceren met je financier(s).
Ook als het slecht gaat. Juist dan moet je communiceren. Ik geloof echt in open en transparant communiceren. Het is een zakelijk huwelijk dat je aangaat. Kies dus de juiste financier. Dat is heel belangrijk. Kies je voor directe financiering of indirecte financiering? Omdat banken minder snel krediet verstrekken zijn veel mkb’ers aangewezen op nieuwe vormen van indirecte financiering. Die staan vaak nog in de kinderschoenen. Ondernemers missen vooral overzicht en duiding van de verschillende financieringsvormen.’ Van Dijk pleit voor ‘een plek waar ondernemers en investeerders zich goed kunnen presenteren en vervolgens een monitoringsysteem waarbij je KPI’s en financiële data opstuurt naar de investeerder. Transparante informatieverstrekking van beide partijen. Dan krijg je geen discussies meer.’
Marcel Meeuwsen: ‘doe onderzoek’
Ook de eerder aangehaalde ondernemer adviseert met klem: ‘Zorg dat je van tevoren zoveel mogelijk informatie binnenhaalt over een investeerder. Als die informatie niet beschikbaar is, moeten de alarmbellen al gaan rinkelen. Pas bij het conflict kwamen wij erachter dat er niet veel informatie te vinden was over de participatiemaatschappij.’ Een tweede advies van Meeuwsen is: ‘Vraag om hulp. Ga niet alleen naar de notaris, maar ook naar een gespecialiseerd advocaat. Als ondernemer kun je niet overal verstand van hebben. Laat alle contracten en statuten dus doorlezen door een gespecialiseerde jurist. Zorg ervoor dat je aandeelhouder er niet vandoor gaat met je bedrijf. Geef hem niet het recht om een eerder gemaakte afspraak te kunnen blokkeren en geld achter te houden. Zorg dat je ook zelf de regie houdt. Leg dat contractueel goed vast. Wij hadden bijvoorbeeld een contract met daarin een duidelijke contradictie, opgesteld door de notaris. We hadden binnen onze mogelijkheden alle kennis in huis gehaald, maar toch hadden we blijkbaar iets over het hoofd gezien. Zorg ervoor dat je dus de juiste ondersteuning vindt.’
Andere alternatieven?
Welke vormen van alternatieve financiering zijn geschikt voor zzp’ers en mkb’ers? En waar moet je op letten? Lees het gratis whitepaper Alternatieve financiering.