Waarom zorgt de handhaving van schijnzelfstandigheid voor zoveel onrust?
In 2024 kondigde de overheid aan serieus te gaan controleren op schijnzelfstandigheid. De belangrijkste maatregel? Sinds 1 januari 2025 is het handhavingsmoratorium op de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) uit 2016, vervallen. Door dat moratorium controleerden inspecteurs nauwelijks op schijnzelfstandigheid en legden geen boetes of naheffingen op.
Dat betekent trouwens niet dat er sindsdien handhaving is op de wet DBA, maar op basis van het Handhavingsplan arbeidsrelaties. Opdrachtgevers en opdrachtnemers zijn verantwoordelijk voor het naleven van de regels. Is de arbeidsrelatie niet goed geregeld, dan loop je risico op controles, naheffingen en boetes van de Belastingdienst.
Onzekerheid bij zelfstandige en opdrachtgever
Deze aankondiging van handhaving door de Belastingdienst zorgde voor veel onrust. Niet vreemd, want in Nederland werken ongeveer 1,7 miljoen mensen als zelfstandig professional. Je vindt ze in vrijwel alle sectoren. Omdat lang niet duidelijk was wat de overheidsplannen in de praktijk betekenen, kondigden sommige organisaties aan rigoureus te stoppen met het inhuren van zzp’ers. De onzekerheid leidde tot protesten, petities van brancheorganisaties en moties in de Tweede Kamer.
Waarom schijnzelfstandigheid aanpakken?
Opeenvolgende regeringen vinden dat de flexibiliteit van de arbeidsmarkt is doorgeschoten. Het kabinet wil de balans op de arbeidsmarkt herstellen. Daarbij moet een baan in loondienst bij een werkgever weer vaker de norm worden.
Het levert minder premies en belastinginkomsten op
Een zzp’er draagt niet bij aan werknemersverzekeringen voor arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. En omdat ze aanspraak kunnen maken op ondernemersaftrek, betalen ze vaak minder inkomstenbelasting dan mensen in loondienst. Ook werkgevers dragen minder premies en belastingen af wanneer ze met zelfstandig ondernemers werken. Onderaan de streep ontvangt het Rijk daardoor minder belastinginkomsten.
Minder bescherming voor zzp’er
Minder premies en belastingen betalen – dat lijkt aantrekkelijk. Maar voor zelfstandigen heeft het ook een keerzijde. Je hebt veel minder arbeidsrechtelijke bescherming dan iemand in loondienst. Echte ondernemers zijn zich hiervan bewust, maar aan de onderkant van de arbeidsmarkt gaat dit vaak mis. Denk aan een zelfstandige die tegen een te laag tarief werkt, zoals maaltijdbezorgers. Of aan uitbuiting van arbeidsmigranten.
Wat is schijnzelfstandigheid?
Schijnzelfstandigheid betekent simpel gezegd dat iemand zich presenteert als zelfstandig ondernemer, terwijl er juridisch sprake is van een dienstverband. Binnen de wet DBA zijn er drie hoofdcriteria om dit te bepalen.
- Arbeid
De werknemer voert het werk zelf uit. Het is niet de bedoeling dat iemand anders dit zomaar overneemt. - Loon
De werknemer krijgt een beloning in de vorm van loon, als vergoeding voor het werk dat wordt gedaan. - Gezagsverhouding
De werkgever heeft de leiding. Dit betekent dat hij of zij bepaalt hoe het werk moet worden uitgevoerd en daarover instructies kan geven.
Mogelijke gevolgen voor opdrachtgevers
Als de Belastingdienst oordeelt dat een zzp’er eigenlijk een werknemer is, kan dat financiële en administratieve gevolgen hebben voor de opdrachtgever.
- Naheffingen van loonbelasting, sociale premies en eventueel pensioenpremies
- Boetes (als er sprake is van opzet of grove schuld)
- Het achteraf toepassen van werknemersrechten, zoals ontslagbescherming, vakantiegeld, vakantiedagen en een ontslagvergoeding.
Gevolgen voor zelfstandige zonder personeel
Een zzp’er verliest zijn fiscale voordelen, zoals de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Deze moeten mogelijk met terugwerkende kracht worden terugbetaald. En ook zelfstandigen kunnen te maken krijgen met boetes.
Je kunt een opdracht verliezen omdat opdrachtgevers niet (meer) het risico willen lopen op schijnzelfstandigheid en bijkomende claims. En het vinden van een nieuwe opdracht wordt door de strengere handhaving wellicht lastiger.
Hoe wordt er gehandhaafd in 2025?
Staatssecretaris Van Oostenbruggen beloofde een zachte landing, en ondernemers krijgen de tijd om hun bedrijfsvoering aan te passen. Zo controleert de Belastingdienst in het overgangsjaar 2025:
- Focus op misstanden: de Belastingdienst richt zich primair op controleren van situaties waar het echt misgaat, zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling en schijnconstructies met arbeidsmigranten.
- Maatwerk bij onduidelijkheid: in gevallen waarin niet direct duidelijk is of iemand daadwerkelijk zelfstandig werkt, is er sprake van maatwerk. Tijdens een bedrijfsbezoek wordt gekeken naar en gesproken over mogelijke schijnzelfstandigheid.
- Waarschuwingen in plaats van boetes: in 2025 worden geen boetes uitgedeeld. Wanneer er sprake is van een overtreding, geeft de Belastingdienst eerst een waarschuwing.
- Automatische verlenging van modelovereenkomsten: goedgekeurde modelovereenkomsten zijn verlengd tot en met 31 december 2029. Nieuwe modelovereenkomsten worden niet meer beoordeeld.
Loop je voorlopig geen risico?
Het lijkt misschien soepel dat er geen boetes worden opgelegd, maar werkgevers kunnen wel degelijk een naheffing krijgen. Wanneer de Belastingdienst zo’n naheffing oplegt, moeten opdrachtgevers alsnog loonheffing en sociale premies betalen. Dat kan flink in de papieren lopen.
Wat is het vooruitzicht voor 2026?
Vanaf 2026 wordt volledige handhaving verwacht, inclusief boetes. Bovendien werkt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de nieuwe wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR). Op het voorstel kwam veel kritiek en daarom wordt het aangepast. Hierdoor duurt het langer voor de VBAR naar de Tweede Kamer gaat. Ook presenteerden 4 partijen een alternatief, de Zelfstandigenwet. Het merendeel van de zelfstandig ondernemers is hier positief over. De vraag is wat voor invloed dit op 2026 heeft.
Welke keuzes heeft een zzp’er in 2025?
Toch hoeven veruit de meeste zelfstandigen zonder personeel niet in paniek te raken. Als je echt een ondernemer bent en zelfstandig werkt, kun je dat gewoon blijven doen. Misschien moet je wel iets aanpassen in je bedrijfsvoering en in de manier waarop je opdrachten verwerft en afspraken vastlegt. Vrees daarom niet voor de aankomende handhaving, maar toon je ondernemerschap. Wil je weten hoe je dat kunt doen? Lees dan ook: Zorgeloos freelancen in 2025. Zo voldoe je als zzp’er aan de Wet DBA.
Whitepaper Schijnzelfstandigheid
Welke opties hebben opdrachtgevers in 2025?
Voor ondernemers is het cruciaal om de risico’s in kaart te brengen en op tijd oplossingen te bedenken. Alleen zo zorg je ervoor dat je bedrijf niet stilvalt door veranderingen in regelgeving. Stoppen met een zzp’er is een optie, maar in veel gevallen niet de beste. Flexibele professionals spelen een cruciale rol in een dynamische markt die voortdurend verandert.
Optie 1: blijven werken met zzp’ers
Zelfstandigen blijven een belangrijke rol spelen in het Nederlandse bedrijfsleven, ook in en na 2025. Als opdrachtgever kun je zeker blijven samenwerken met een zelfstandige. De wetgeving biedt voldoende ruimte, zolang je de constructie goed organiseert en voldoet aan de geldende regels.
Wil je zeker weten dat je bij een opdracht de juiste contractvorm hebt tussen opdrachtgever en opdrachtnemer? Met de keuzehulp van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kun je eenvoudig bepalen wat het juiste contract is.
Samen verantwoordelijk
Heb je aan het begin van de samenwerking vastgesteld dat er geen sprake is van loondienst? Zorg er dan voor dat je dit regelmatig opnieuw controleert. De manier waarop jullie samenwerken, kan namelijk in de loop van de tijd veranderen. Hierdoor kan het zo zijn dat je arbeidsrelatie verandert. Opdrachtgevers en opdrachtnemers zijn hier samen verantwoordelijk voor.
Optie 2: een zelfstandige in loondienst nemen
Een andere optie is om als werkgever zzp’ers een baan in loondienst aan te bieden. Dit brengt wel risico’s met zich mee. Zodra je een zelfstandige die al langere tijd voor je werkt in dienst neemt, geef je in feite aan dat het werk in de praktijk geschikt is voor een dienstverband. Bij controles kan dit tot problemen leiden. Bovendien kan de zzp’er bij beëindiging van het dienstverband aanspraak maken op arbeidsrechten, zoals een vaste aanstelling of financiële claims.
Optie 3: payrolling – uitbesteding van werkgeverschap
Bij payrolling komt de zzp’er in loondienst bij een payrollbedrijf, dat de administratieve en juridische aspecten overneemt. Hierdoor verklein je het risico op schijnzelfstandigheid en beperk je de kosten bij ziekte of gebrek aan opdrachten. Je betaalt als opdrachtgever wel een hogere vergoeding.
Optie 4: detachering – behoud van flexibiliteit
Detachering biedt een goede middenweg. Als opdrachtgever behoud je de flexibiliteit en toegang tot expertise, terwijl de zzp’er geen exclusieve verplichting heeft om alleen voor jou te werken. Dit maakt het mogelijk om meerdere opdrachten tegelijkertijd uit te voeren, wat vaak aantrekkelijk is voor zelfstandigen.
Let op: als je kiest voor detachering of payrolling, betekent dat niet dat je automatisch 100 procent veilig bent op het gebied van schijnzelfstandigheid. Ook wanneer meer dan twee partijen betrokken zijn bij het tot stand komen en/of het uitvoeren van de opdracht, moet je de arbeidsrelatie beoordelen en voor het juiste contract kiezen.
Lees ook: Handhaving schijnzelfstandigheid zzp’ers. Hoe kun je in 2025 veilig samenwerken?