1. Twitter
“Je moet vooral iets van jezelf laten zien”
Twitter is een microblog, waar gebruikers elkaar gratis tekstberichten van maximaal 140 tekens kunnen sturen, zogenaamde tweets. Twitter bestaat sinds 2006 en heeft volgens verschillende onderzoeken wereldwijd tientallen miljoenen – al dan niet actieve – gebruikers. Nederland telt enkele honderdduizenden twitteraars.
Lopen ondernemers omzet mis als zij niet twitteren?
“Dat moet je genuanceerd bekijken”, zegt Carlijn Postma, auteur van het boekje ‘Zakelijk Twitteren’ en oprichtster van interactief communicatiebureau Bind. “Het duurt enkele maanden om met Twitter een netwerk op te bouwen. Je moet eerst een relatie opbouwen, pas dan komen daar nieuwe klanten uit voort.”
Kun je werkelijk mensen aan je binden door zomaar korte zakelijke boodschappen de wereld in te sturen?
“Ja, maar als zakelijk twitteraar moet je vooral ook iets van jezelf laten zien. Het gaat erom te tonen wie je bent, wat het imago is dat je wilt uitstralen. Ik adviseer nieuwe twitteraars altijd een lijstje te maken met tien onderwerpen waarover ze kunnen twitteren: zeven zakelijke en drie – niet al te – persoonlijke, zoals je hobby’s.”
Hoe moet je, nog zonder netwerk, beginnen met twitteren?
“Twitter draait om gemeenschappelijke interesses. Als beginnend twitteraar zoek je bijvoorbeeld naar berichten op jouw vakgebied en daar reageer je op met vragen. Zo kan een bedrijf dat kruiwagens verkoopt, berichten over tuinieren volgen. Zelf geef ik advies op Twitter. Daardoor ontstaat er een groep twitteraars die jouw berichten gaat volgen. Waak er voor dat je niet alleen over jezelf praat. Het is geven en nemen.”
Van welke twitteraar kunnen we iets leren?
“Een mooi voorbeeld vind ik Edwin Vlieg van Moneybird, een online facturatiesysteem. Vlieg is mede-oprichter van het bedrijf. Hij gebruikt Twitter om zijn producten te promoten. Dat doet hij niet door te schrijven hoe goed zijn product is, maar hij reageert op tweets die over factureren gaan met de vraag: ‘Misschien is Moneybird iets voor jou?’ Omdat Vlieg twittert op persoonlijke titel en niet met een bedrijfsnaam, gaan veel mensen toch even op de website kijken.”
Andere voorbeelden van zakelijk slimme tweets?
“Elke branche biedt mogelijkheden. Neem bijvoorbeeld de horeca. Stel nou eens dat er veel stoelen vrij zijn op je terras. Dan zou je een tweet kunnen versturen waarin je tijdelijk korting aanbiedt op een tweede consumptie.”
2. De e-mailnieuwsbrief:
“Val op met een prikkelende onderwerpregel”
De
good old digitale nieuwsbrief is ook een laagdrempelige methode om klantcontacten te onderhouden. De techniek om ‘m te versturen, kunt u vaak gratis downloaden via internet (bijvoorbeeld Sendblaster, of de als online dienst te gebruiken YMLP). Daarnaast heeft menig contentmanagementsysteem een eigen nieuwsbrieftool, al dan niet als extra module. De techniek hoeft dus niet het probleem te zijn, de obstakels liggen volgens Bregje de Lannoy-Walenkamp, auteur van het boekje ‘Digitale nieuwsbrieven maken’, elders.
Veel ondernemers zouden best ‘iets’ met een nieuwsbrief willen doen, maar hoe voorkom je een valse start?
“Belangrijkste is dat je moet weten wat je wilt bereiken met een nieuwsbrief. Extra verkoop? Het informeren van relaties? Van daaruit definieer je dan de doelgroepen. Een lastig punt voor organisaties is om de nieuwsbrief interessant te maken voor de ontvanger. Je kunt kiezen voor het aantrekkelijke vaste item van vraag en antwoord: reacties op veelgestelde vragen over je bedrijf. Ook ontwikkelingen in de branche en de onderneming kunnen interessant zijn, mits ze inspelen op problemen, behoeften of nieuwsgierigheid van de lezer.”
Hoeveel informatie bevat zo’n nieuwsbrief idealiter?
“Hou het kort, is de eenvoudige regel. Een goede nieuwsbrief telt niet meer dan vijf à zes korte items die uitnodigen tot interactie. Het bekijken van een productpagina, deelnemen aan een poll of het downloaden van een brochure zijn daar voorbeelden van.”
Meer tips om uw nieuwsbrief en e-mail goed af te leveren »
Waar haal je mailadressen vandaan zonder in de buidel te hoeven tasten voor een kostbaar adressenbestand?
“Duik eens in de eigen administratie. Op visitekaartjes, facturen en in e-mailuitwisselingen zijn al heel wat e-mailadressen terug te vinden. Volgende stap: vraag toestemming om deze adressen te gebruiken. Wie dat niet doet, loopt het gevaar als spammer afgedaan te worden. In het uiterste geval kan dat hoge boetes opleveren. beboet te worden. Stuur mensen een mailtje met een zogenaamde opt-in voor de nieuwsbrief. Dat is de meest eenvoudige weg.”
Geen toestemming nodig van klanten Als er sprake is van een bestaande klantrelatie, hoeft u geen toestemming te vragen voor het versturen van een digitale nieuwsbrief. De inhoud moet echter wel betrekking op wat de klant bij u gekocht heeft. Bovendien is het begrip ‘bestaande klantrelatie’ redelijk vaag. Iemand die vijf jaar geleden een keer iets bij u heeft gekocht en daarna uit beeld is verdwenen, kunt u een klant noemen, maar het is de vraag of diegene op uw nieuwsbrief zit te wachten. Lees meer over het versturen van zakelijke e-mail » |
Verzuipt zo’n nieuwsbrief niet in de gemiddelde mailbox?
Tja, als er in de onderwerpregel ‘Nieuwsbrief Janssen BV 10-2010′ staat, krijg je niet snel aandacht. Een prikkelend onderwerp zorgt ervoor dat de ontvanger de mail eerder zal openen en lezen. Verder is de frequentie een punt om bij stil te staan. Hoe vaak verstuur je een nieuwsbrief? Belangrijk uitgangspunt is de ontvanger. Zit die elke week te wachten op een mail of irriteer je hem dan? Daarbij moet je ook kijken naar de haalbaarheid. Stel jezelf de vraag of het bedrijf voldoende nieuws heeft om een nieuwsbrief elke keer interessant te houden.”
3. Dataverrijking:
“Je kunt met je klantenbestand ook nieuwe klanten krijgen”
Voor een zzp’er met een handjevol terugkerende opdrachtgevers is het klantenbestand overzichtelijk. Maar wat als uw bedrijf één keer per jaar een dienst levert aan honderden verschillende klanten en u besluit met een telemarketingactie deze klanten opnieuw te benaderen? Dan loopt u tegen het euvel aan dat bijvoorbeeld telefoonnummers of juiste contactpersonen kunnen ontbreken. Op dat moment biedt dataverrijking uitkomst.
Dataverrijking, dat klinkt als een kostbare aangelegenheid…
“Een onterechte gedachte”, zegt James Peterzon, directeur van 123dm.nl. “Voor een paar honderd euro kun je een bestand met vijfhonderd klanten al laten controleren op de juistheid van de NAW-gegevens en laten voorzien van een telefoonnummer en contactpersoon. Voorwaarde is dan wel dat er een klantbestand wordt aangeleverd.”
Elk bedrijf heeft toch een klantbestand?
“Nou, uit ervaring weet ik dat zoiets niet altijd kant-en-klaar beschikbaar is. Maar vaak zijn er al wel heel wat klantgegevens binnen een bedrijf aanwezig. Bijvoorbeeld op facturen, op visitekaartjes of in de contactpersonen van een e-mailprogramma als Outlook. Op basis daarvan kan een klantenbestand worden gemaakt, simpelweg door de gegevens in een spreadsheet als Excel te zetten. Dat bestand kan ook de basis zijn voor het krijgen van nieuwe klanten. We hebben bij 123dm.nl bijvoorbeeld een online tool die een profiel maakt van bestaande klanten. Met behulp van algoritmes wordt uit de meer dan twee miljoen Nederlandse bedrijven een lijst samengesteld met ondernemingen die het meest aansluiten op het bestaande klantenprofiel. Natuurlijk is ook een prospectbestand te maken aan de hand van zelfgekozen kenmerken zoals bedrijfsomvang, branche en aantal geautomatiseerde werkplekken.”
Wat levert dataverrijking nu precies op?
“Dat is het beste uit te leggen aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Een kleine, gespecialiseerde uitgeverij verzendt tien keer per jaar aan zo’n vierduizend bedrijven een vakblad in de overtuiging dat daarmee de hele doelgroep wordt bereikt. Kosten voor drukken en verspreiding bedragen ongeveer 80.000 euro per jaar, die niet meer door de advertentie-inkomsten worden afgedekt. Na koppeling van het verzendbestand met de database van 123dm.nl blijkt dat vierhonderd bedrijven niet meer actief zijn, vijfhonderd telefoonnummers onjuist zijn en driehonderd bedrijven inmiddels zijn verhuisd of de post op een ander adres wensen te ontvangen. Bovendien blijkt dat zo’n zeshonderd bedrijven binnen de doelgroep nog niet in het verzendbestand aanwezig zijn. Het verzendbestand wordt opgeschoond en aangevuld en er wordt onderhoud afgesloten op de verrijkte en aangevulde gegevens.”
Kost dat nou?
“Een totale investering van 4400 euro, iets meer dan vijf procent van de jaarlijkse directe kosten voor drukken en verspreiding. De directe besparing in het eerste jaar bedraagt 14.000 euro. Daarnaast is het verzendbestand dankzij deze operatie voor adverteerders 32 procent interessanter geworden, omdat de volledige doelgroep op het juiste adres wordt bereikt.”