Inhoudsopgave
Een faillissement is altijd de afrekening van een negatieve cocktail van factoren: tegenzittende marktomstandigheden, wanbetalers, onvoldoende ondernemerschap, you name it. Het is overigens weinig zinvol om hier een klinische analyse op los te laten, omdat het nooit een simpele optelsom is van separate factoren. Maar naast tegenvallende marktomstandigheden zijn er ook zaken die je als ondernemer makkelijk over het hoofd ziet of onderschat, waardoor je mogelijk richting faillissement dendert. We zetten vijf blinde vlekken voor je op een rij:
Het ‘rooskleurige bril’-effect
Je bent ondernemer, dus je hebt een zakelijke droom. Vanuit een bovengemiddeld optimisme verwacht je goede tot uitstekende bedrijfsresultaten te kunnen boeken en denk je liever in mogelijkheden dan in onmogelijkheden. Toch kan die mooie mindset je ook flink de das om doen.
Waarom? Je blijft bijvoorbeeld maar geld en energie in je bedrijf pompen, omdat je er voor de toekomst heel veel van verwacht. Misschien stop je er zelfs wel je pensioengeld in of neem je een lening, om toch die ene belangrijke machine te kunnen aanschaffen of die dure marketingcampagne te kunnen betalen. Maar heb je je marktonderzoek wel goed genoeg gedaan? Dat vrienden en kennissen het leuk vinden dat je een nieuw product hebt ontwikkeld, is logisch. Maar zit er werkelijk een klant op jouw nieuwe gadget of dienst te wachten? Vraag er eens geld voor en kijk wat dat met het initiële enthousiasme doet.
Anders gezegd: veel ondernemers kijken door een te rooskleurige bril naar hun eigen bedrijf en gaan te lang door. Ook als dat al lang niet meer verantwoord is. Daarom heb je kritische geesten om je heen nodig, die jou met je benen op de grond houden en het realisme van je ondernemersplannen durven te betwisten.
Geen arbodienst
Sinds vijf jaar geldt de nieuwe Arbowet, waarin is vastgelegd dat werkgevers verplicht zijn om minimaal te voldoen aan de eisen van het Basiscontract Arbodienstverlening. Je zou zeggen dat het in 2022 bij ondernemers dan toch wel bekend moet zijn dat aansluiting bij een arbodienst nodig is. Niets is echter minder waar. Zo wordt een partij als HR Navigator regelmatig gebeld door ondernemers die dringend op zoek zijn naar een arbodienst, omdat medewerkers onverwacht langdurig uitvallen. Dat zorgt voor paniek in de tent, want het loon van die zieke medewerker moet worden doorbetaald terwijl het werk gewoon doorgaat.
Maar het kan nog erger. Heb je een zieke werknemer en stuur je hem of haar niet langs een arbodienst of bedrijfsarts? Tien strafpunten! Ga je maximaal – tot op het irritante af – uitvragen wat je werknemer nu precies scheelt? Of verkondig je openlijk dat je zijn of haar burn-out maar een verzinsel van luie mensen vindt? Dertig strafpunten! Je schendt hiermee namelijk de privacyregels, waardoor je een boete aan je broek kunt krijgen van 4% van je omzet. Wees overigens niet verrast als je werknemer na herstel actief op zoek gaat naar een toffere baas. Heb je daarnaast nog geen Plan van Aanpak opgesteld voor re-integratie op de werkvloer (verplicht vanuit de Wet verbetering poortwachter)? Dan moet je ook nog eens maximaal 52 weken loon doorbetalen. Ktsjing.
Conclusie: ben je nu (nog) niet aangesloten bij een arbodienst en valt een medewerker langdurig uit, dan loop je een flink risico. Zijn er nu al medewerkers ziek en wil je je daarom aansluiten bij een arbodienst? Weet dan dat je zieke medewerker op dit moment buiten het contract valt. Voor een eenvoudig eerste consult bij een bedrijfsarts mag je dan al snel € 200 per uur aftikken. Sluit je een contract met een arbodienst? Dan kost een abonnement met alles erop en eraan je op jaarbasis slechts € 125 – € 150 per medewerker. Ergens heeft dat iets weg van moeten kiezen tussen incidenteel, gedwongen vervoer per limo versus een goedkope, dagelijks rijdende streekbus… Beide brengen je naar je bestemming, maar de een kost je een vermogen!
Veranderd speelveld
Maar er is nog iets waarmee je rekening moet houden: het speelveld van arbodienstverleners is veranderd. Even easy-peasy een contract met een arbodienst regelen op het moment dat je er een nodig hebt? No way. De meeste arbodiensten kijken op dit moment heel kritisch of ze jou wel als klant willen accepteren, gezien het huidige tekort aan bedrijfsartsen en casemanagers. Daardoor kunnen zij simpelweg niet iedere klant helpen. Bovendien: klop jij als werkgever pas bij een arbodienstverlener aan op het moment dat je medewerker al ziek geworden is? Dan kon het je tot die tijd blijkbaar niet veel schelen dát die medewerker ziek werd, zo zullen veel arbodiensten redeneren. En nee, arbodiensten houden niet van onverschillige werkgevers. Daar gaan ze al langer niet meer mee in zee.
Geen RI&E
Als ondernemer heb je altijd wat te doen. De voorraad moet op peil blijven, je moet contact onderhouden met je klanten en ondertussen moet je ook nog beslissen over nieuwe cloudsoftware. Ook mag het recent geformeerde marketingteam nog wat scherper worden aangestuurd. Zeker, het is allemaal belangrijk – maar de waan van de dag is niet je beste vriend. Maar er is nog iets. Iets dat veel ondernemers over het hoofd zien: de Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Elke onderneming is verplicht deze uit te voeren. Dat is al noodzakelijk vanaf het moment dat je slechts 1 fte aan medewerkers in dienst hebt! Zie een RI&E niet alleen als het zoveelste verplichte nummer, want het levert je echt wat op. Door een RI&E uit te laten voeren, krijg je de de risico’s binnen je bedrijf scherp. En dan gaat het niet alleen om fysieke risico’s, maar ook om psychosociale en veiligheids- c.q. omgevingsrisico’s.
Vervolgens moet je een plan van aanpak (laten) opstellen, waaruit duidelijk blijkt hoe je die risico’s tackelt. Dus welke maatregelen neem je en hoe (vaak en effectief) communiceer je over het belang daarvan? Een RI&E hoort geen rapport in de la te zijn, maar moet vertaald worden naar je bedrijfscultuur. Een cultuur waarin het de norm is om elkaar aan te spreken op mogelijk onveilig gedrag. Op een respectvolle, duidelijke manier. Heb je geen RI&E, of heb je je RI&E niet tijdig geactualiseerd en krijg je te maken met bedrijfsongevallen en uitval? Dan blijft het in veel gevallen niet bij boetes van de arbeidsinspectie (variërend tussen de € 750 en € 1700 per medewerker), maar riskeer je als werkgever mogelijk ook nog een vette aansprakelijkheidsclaim, plus natuurlijk eventuele imagoschade. Die kunnen je bedrijf de genadeklap geven. Bijvoorbeeld wanneer jouw net aangenomen medewerker van net geen 32 jaar blijvend invalide wordt door een bedrijfsongeval dat je had kunnen voorkomen. Voor het slachtoffer betekent dat onder meer tientallen jaren inkomstenderving als ‘het nieuwe perspectief’.
Veel bedrijven besteden het opstellen en toetsen van de RI&E uit aan een kerndeskundige of een arbodienst, maar de wat kleinere bedrijven onderkennen of voelen de noodzaak voor een RI&E vaak niet of te laat. Ontbreekt een RI&E en gaat er wat mis met een van je medewerkers, dan kunnen de financiële consequenties rampzalig zijn.
Verzuimde verzuimverzekering
Je kunt je het beeld vast voor de geest halen: koorddansers die zelfbewust hun voeten plaatsen op eenzame hoogte, op een strak koord. Opgeheven hoofd, glimlach om de mond, wetend dat er een gecontroleerd vangnet onder hen hangt. Ook ondernemers zijn een soort koorddansers. Er zijn twee typen ondernemers: zij die alleen willen ondernemen mét een vangnet en de onwetenden of waaghalzen die het wel aandurven zonder dat vangnet. Een voorbeeld van zo’n vangnet is de verzuimverzekering, waarmee je je bedrijf verzekert voor het doorbetalen van het loon bij ziekte.
Door geen verzuimverzekering af te sluiten, neem je een groot risico. Wordt je medewerker ziek, dan ben je als werkgever namelijk verplicht om twee jaar loon door te betalen. Reken maar eens op een bierviltje uit wat dit voor jou betekent. Hierbij geldt: hoe kleiner je bedrijf, hoe groter de relatieve pijn. Als ondernemer kun je je hier makkelijk voor verzekeren door een verzuimverzekering af te sluiten. Natuurlijk zit daar een prijskaartje aan (gemiddelde premie = 1,5% – 5,5% van de totale loonkosten), maar dat is wel van heel andere orde dan twee jaar loon doorbetalen. Ook dit kan het verschil maken tussen doorgaan of de deuren moeten sluiten.
Verkeerde keuzes
Klinkt misschien als een dooddoener – en dat is ook precies wat het is. Wanneer je consequent de verkeerde keuzes maakt en ook blijft maken, is je bedrijf geen lang leven beschoren. Keuzes onder druk zijn sowieso nooit prettig, vooral niet wanneer je voor je gevoel te weinig informatie hebt, terwijl je cruciale beslissingen moet nemen. Ook kun je de pech hebben om vol enthousiasme in zee te gaan met een zakenpartner die achter je rug om rare dingen doet. Of je besluit meerdere kleine klanten af te stoten ten gunste van een paar grote. Goed voor je omzet, maar het maakt je ook kwetsbaarder! Daarom zou een individuele klant bij voorkeur niet groter moeten zijn dan pak ’m beet 15% van je klantenbestand.
Ook de keuze om geld te lenen leidt regelmatig tot ellende. Sommige ondernemers vragen friends, fools & family of ze hun businessplannen (deels) willen financieren. Vanwege het gemak, lagere of geen rente, en omdat ze hun plannen niet tot drie cijfers achter de komma hoeven toe te lichten. Dat kan goed gaan, maar gaat ook regelmatig fout. Want wat te doen als zo’n vriend of familielid op korte termijn al zijn geld terug wil? En zelfs als dat niet gebeurt, dan nog kan dit voor spanning zorgen in jullie onderlinge relatie. Want laten we eerlijk zijn; wie maakt er nou graag ruzie met zijn geldschieter?
Meebewegen
Houd in ieder geval voor ogen dat het belangrijk is dat je blijft ‘meebewegen’. Alles verandert altijd; jij, je klanten en hun behoeften. Onderschat daarbij ook niet hoe het speelveld door verdere verduurzaming binnen bedrijfsketens de komende jaren gaat veranderen. Kortom, blijf alert en voorkom dat je meegetrokken wordt in een faillissement. Je bent niet voor niets ondernemer geworden!