Dat zit zo. Door te beleggen voor je pensioen, stel je je belastingplicht deels uit tot na je AOW-leeftijd. Omdat de belasting dan een stuk lager is, heb je later meer geld te besteden. Dat is geen maas in de wet, maar juist bedoeld om iedereen te helpen een gezond pensioen op te bouwen voor later. Laten we wat gaan rekenen.
Pensioenbeleggen doe je met je bruto-inkomen. Hoe dat kan? Doordat je je jaarlijkse inleg (met je jaarruimte – die per persoon verschilt, maar vorig jaar flink is verruimd met de Wet toekomst pensioenen – als maximum) bij de aangifte van je belastbare inkomen mag aftrekken. Je hoeft over dit geld pas belasting te betalen wanneer het aan je wordt uitgekeerd, dus als je met pensioen bent. En hier zit de clou: de inkomstenbelasting ligt voor mensen die de AOW-leeftijd hebben behaald meestal (flink) lager.
Geen vermogensrendementsheffing
Als je tijdens je pensioen nog steeds in de hoogste belastingschijf zit, heb je het sowieso al goed voor elkaar. Maar ook dan heb je groot voordeel. In het kort: je hebt jaren de tijd om met je pensioenvermogen rendement te maken.
En de vermogensbelasting dan? Als je je vermogen op een gewone beleggings- of spaarrekening hebt geparkeerd, wordt daar boven een bepaalde grens jaarlijks vermogensrendementsheffing over geheven. Maar niet als dat geld op een pensioenrekening staat. Misschien lijkt dit een klein voordeeltje, maar vergis u niet. Elk jaar opnieuw een belasting van dik 2% betalen (36% van een fictief rendement van 6,04%) telt op: op die manier is van € 100 na twintig jaar nog maar € 64 over. Dat gebeurt je niet als je die € 100 op een pensioenrekening hebt staan.
Een voorbeeld
Sarah (43) heeft een goedlopend bedrijf. Ze heeft een inkomen van € 130.000 bruto. Dat levert haar een jaarruimte op van € 33.406.
Ze besluit € 30.000 op een pensioenrekening te storten. Dit levert haar in eerste instantie € 14.850 teruggaaf op van de Belastingdienst. Omdat haar pensioenvermogen niet onder de vermogensrendementsheffing valt, bespaart ze jaarlijks meer dan 2% op het bedrag. Bij elkaar levert dit Sarah ongeveer € 24.500 méér netto vermogen voor haar oude dag op dan wanneer ze die € 30.000 op een gewone beleggingsrekening had gezet.
En bij het pensioneren?
Uiteindelijk moet je natuurlijk wel inkomstenbelasting betalen, maar die is in de eerste schijf een stuk lager voor gepensioneerden, namelijk 19,07% voor inkomens tot € 40.021. Over een pensioeninkomen van € 40.021 tot € 75.518 betaal je 36,97%. Dat betekent dat Sarah hier ook nog eens voordeel behaalt, want de belasting die ze nú uitstelt is immers het hoge tarief van 49,5%.