- Wat is een BV?
- Vereisten
- Wie zijn er wanneer aansprakelijk?
- Wie is er bevoegd en wanneer?
- De jaarrekening van de BV
- Hoe zit dat met het kapitaal?
- Hoe zit het met de aandelen?
- Belastingen
- Omzetting, ontbinding en vereffening
Wat is een BV?
Een BV is een rechtspersoon die zelfstandig aan het rechtsverkeer kan deelnemen. De BV kan dus zelf bezittingen hebben, schulden aangaan en rechten verkrijgen. Aandeelhouders hoeven niet bang te zijn hun privé-vermogen te verliezen als de BV failliet gaat. Het BV-vermogen is namelijk geheel gescheiden van het privé-vermogen. De aandeelhouder kan dus ten hoogste de waarde van zijn aandeel verliezen. De voornaamste redenen om een BV te beginnen zijn:
- Het aantrekken van kapitaal;
- De beperkte aansprakelijkheid;
- De continuïteit (aandelen kunnen worden overgedragen, wisseling van aandeelhouders);
- Vastomlijnde juridische organisatie.
De Besloten Vennootschap komt in verschillende verschijningsvormen voor. Hieronder treft u de meest voorkomende aan. Ook tussenvormen zijn mogelijk.
- De ‘klassieke’ vennootschap met veel aandeelhouders waarvan de meerderheid geen onderlinge regeling tot samenwerking binnen de vennootschap heeft;
- De vennootschap met een aandeelhouder. Daarbij kan men een onderscheid maken tussen de concerndochter en de eenmansvennootschap. De laatste komt veel voor als vrije beroeps-BV of pensioen-BV. In deze vorm heeft de enige aandeelhouder het in de BV voor het zeggen. In de eenmans-BV is hij vaak ook bestuurder of houdt hij de bestuurders scherp in de gaten. In de concerndochter zal hij de door hem benoemde bestuurders gerichte adviezen verstrekken over het te voeren beleid;
- De Joint-Venture-BV. Hierbij hebben de aandeelhouders (twee tot – soms – enkele tientallen) een contract tot samenwerking, waarin de BV het instrument van de samenwerking vormt.
Vereisten
De rechtspersoon begint op het moment dat de notariële akte is opgemaakt en er een ministeriële verklaring van geen bezwaar is verkregen. De vennootschap moet dan dus nog in het handelsregister worden ingeschreven. Oprichters kunnen natuurlijke personen en rechtspersonen zijn. In de statuten moet het bedrag van het maatschappelijk kapitaal staan en het bedrag van de aandelen. Als er verschillende soorten aandelen zijn – gewone en preferente – dan moet elke soort gespecificeerd worden (aantal en bedrag).
De naam van de vennootschap moet beginnen of eindigen met de woorden ‘Besloten Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid’ of de afkorting ‘B.V.’. De zetel van de vennootschap moet in Nederland liggen. Dat wil niet zeggen dat die zetel ook het werkelijke zenuwcentrum van de vennootschap moet zijn. De vennootschap kan haar zetel echter niet naar het buitenland overbrengen.
Het doel van de vennootschap geeft een aanduiding van de terreinen waarop de vennootschap actief zal zijn. Let wel: het in de statuten omschreven doel van de vennootschap kan onbeperkt door de algemene vergadering van aandeelhouders worden gewijzigd. Naast deze wettelijke minimumeisen wordt de inhoud van de statuten door praktische overwegingen bepaald. Bijvoorbeeld, of er een Raad van Commissarissen (RvC) is, naast het bestuur. In de praktijk komt een RvC vaker bij een NV dan bij een BV voor. Ook kan in de statuten worden aangegeven of er naast gewone aandelen ook andere soorten aandelen (bijvoorbeeld preferente aandelen en prioriteitsaandelen) worden uitgegeven. Over het verkrijgen van aandelen kan een regeling worden opgenomen.
In de statuten staat dus het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het aantal en het bedrag van de aandelen. In de akte van oprichting staan het geplaatste en het gestorte kapitaal, evenals- als er meer soorten aandelen zijn – het bedrag van de geplaatste aandelen van elke soort. Ook moeten in de akte van oprichting de namen van de eerste bestuurders staan. Aan de akte van oprichting dient een accountantsverklaring te worden toegevoegd.
Om te verzekeren dat het vermogen van de vennootschap bij oprichting ook werkelijk aanwezig is, is ook een bankverklaring vereist. Daarin moet staan dat, als er voor of bij de oprichting in geld op aandelen wordt gestort, die bedragen:
- Hetzij vlak na de oprichting ter beschikking zullen staan van de vennootschap;
- Hetzij alle op een zelfde tijdstip – op z’n vroegst vijf maanden voor de oprichting – op een afzonderlijke rekening stonden, die na de oprichting alleen ter beschikking van de vennootschap zal staan, mits de vennootschap de stortingen in de akte accepteert.
Tot slot dient de vennootschap in het handelsregister te worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel waar de BV volgens de statuten haar zetel heeft. Behalve naam, zetel, handelsnaam, plaats en omschrijving moeten de volgende zaken vermeld worden:
- De personalia van elke bestuurder en commissaris;
- De dag waarop een bestuurder en commissaris in dienst trad en, inzake de bestuurders, of zij – al dan niet samen met anderen – vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben;
- Het maatschappelijk kapitaal – en minstens eenmaal per jaar het bedrag van het geplaatste kapitaal en van het gestorte deel daarvan (onderverdeeld naar soort);
- Bij niet-volgestorte aandelen de namen, initialen en de woonplaatsen van de houders van die aandelen en het aandelenbezit van elke houder en het daarop gestorte bedrag;
- Authentiek afschrift van de akte van oprichting, met statuten;
- Opgave van de geschatte oprichtingskosten.
Wie zijn er aansprakelijk?
De aandeelhouders zijn niet – zoals de zelfstandige met een eenmanszaak of de vennoten van een V.o.F. – persoonlijk (hoofdelijk) aansprakelijk voor wat in naam van de vennootschap wordt verricht. Evenmin zijn zij gehouden meer dan op hun aandelen behoort te worden gestort aan de verliezen van de vennootschap bij te dragen.
Indien een bestuurder onbehoorlijk bestuur heeft gepleegd – zoals het nalaten van het voeren van een goede administratie, deponeringsplicht, of de meldingsplicht naar fiscus en bedrijfsvereniging – is hij wel hoofdelijk aansprakelijk. Ook verwijtbare handelingen verricht door procuratiehouders vallen onder deze vorm aansprakelijkheid.
Degene die voorafgaand aan de oprichting handelt namens de BV blijft daardoor zelf verbonden totdat de BV, na oprichting, de handeling heeft bekrachtigd.
Wie is er bevoegd en wanneer?
Een vennootschap kent de volgende organen:
- Een algemene vergadering van aandeelhouders;
- Een bestuur;
- (soms) Een commissaris of een Raad van Commissarissen.
Bij een eenmansvennootschap dienen altijd de eerste twee aanwezig te zijn. Meestal is de directeur dan de algemene vergadering van aandeelhouders (ava). Eenmaal per jaar moet er een ava worden gehouden. De ava heeft, binnen de door de wet en de statuten geregelde grenzen, alle bevoegdheden die niet aan bestuur of anderen zijn opgedragen. Zo kan de ava de balans en de winst- en verliesrekening opstellen. De wet of de statuten kunnen die bevoegdheden ook aan de commissarissen toekennen. Andere bevoegdheden van de ava zijn:
- Het vaststellen van de dividenduitkeringen;
- Het benoemen en schorsen van bestuurders;
- Wijzigen van de statuten;
- Het door middel van een emissie uitgeven van aandelen;
- Het ontbinden van de vennootschap.
Alleen de aandeelhouders hebben stemrecht ter vergadering. Het bestuur is, voorzover de wet of statuten niet anders bepalen, bevoegd tot vertegenwoordiging van de vennootschap in en buiten rechte. Het bestuur kan ook een rechtspersoon zijn. Bij een vennootschap met maar een bestuurder, kan de bevoegdheid van die bestuurder niet worden uitgesloten. Zijn er meer bestuurders dan kunnen die in hun vertegenwoordigingsbevoegdheid worden beperkt. Die beperkingen kunnen slechts aan derden worden tegengeworpen als zij in het handelsregister zijn gepubliceerd. Behalve deze extern werkende beperkingen (die altijd gaan over de bevoegdheid van een bepaald persoon), zijn er ook intern werkende beperkingen (bijvoorbeeld: een bestuurder heeft voor handelingen boven een bepaald bedrag de handtekening nodig van een medebestuurder).
De jaarrekening van de BV
De jaarrekening geeft de leiding van een onderneming en overige betrokkenen inzicht in en informatie over het vermogen en het resultaat. Tot op zekere hoogte geeft de jaarrekening ook inzicht in de hoogte van de solvabiliteit en de liquiditeit van de onderneming. Op basis van de jaarrekening gaan beleggers vaak over tot aankoop of verkoop van de aandelen. Ook speelt de jaarrekening een belangrijke rol bij de kapitaalbescherming. U moet daarbij denken aan de omzetting van de BV in een NV, de inbreng en de verwerving van eigen aandelen en de uitkering van dividenden. Bij een BV hoort het bestuur de jaarrekening op te stellen en te ondertekenen. Vaststelling van de jaarrekening is voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders (ava). De ava heeft het recht om wijzigingen aan te brengen in de jaarrekening, maar in de praktijk komt dat zelden voor. Meer dan bij een andere rechtsvorm is het eigen vermogen bij een BV van groot belang. Het eigen vermogen bestaat uit:
- Het geplaatste kapitaal;
- Agio1;
- Herwaarderingsreserves2;
- Andere wettelijke reserves3;
- Statutaire reserves;
- Overige reserves;
- Niet verdeelde winsten.
1Gunstig koersverschil ten opzichte van de nominale waarde van de aandelen
2Verschil tussen de boekwaarde voor en na de herwaardering.
3Andere verplichte reserves zoals:
- Reserves voor kosten in verband met de oprichting en uitgifte van aandelen en kosten van onderzoek en ontwikkeling, voorzover geactiveerd;
- Reserve bij wijziging in de waarde van een deelneming doordat de winst het gedeclareerde dividend overtreft;
- Reserve voor ‘negatieve goodwill’;
- Reserve voor als het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal plus de wettelijke en statutaire reserves minder bedragen dan het minimumkapitaal;
- Reserve die de BV moet aanhouden voor leningen, met het oog op het nemen of verkrijgen van aandelen in haar kapitaal (of certificaten daarvan).
Hoe zit dat met de aandelen?
Kent de vennootschap meer dan een soort aandeel, dan is de term ‘gewoon aandeel’ voorbehouden aan de aandelen die geen bijzondere zeggenschapsrechten of financiele rechten verstrekken. Andere soorten aandelen hebben een bijzonder kenmerk.
Preferente aandelen
Preferente aandelen zijn op naam gesteld. Afhankelijk van wat er in de statuten is geregeld geven zij preferentie bij de uitkering van dividend of bij de verdeling van het liquidatiesaldo na ontbinding, dan wel beide. Normaliter geeft een preferent aandeel recht op een preferent dividend van een zeker bij de statuten bepaald percentage, maar geen verder aandeel in de vennootschap. naast het preferente dividend geven preferente aandelen soms recht op een groter deel van de jaarwinst van de vennootschap. Als op de gewone aandelen eenzelfde dividend is betaald als op de preferente, delen de preferente aandelen in de verdere winst. Men spreekt dan van winstdelende preferente aandelen. Ook kent men het cumulatief preferente aandeel: staat de jaarwinst in een bepaald jaar niet toe dat het preferente dividend volledig wordt uitgekeerd, dan wordt het ontbrekende in een volgend jaar bijbetaald.
Prioriteitsaandelen
Dankzij de prioriteitsaandelen kan de macht in een vennootschap slechts in handen van een paar (natuurlijke of rechts-) personen, namelijk de houders van die aandelen, worden geconcentreerd. Het valt in het algemeen niet aan te raden om prioriteitsaandelen in handen te geven van natuurlijke rechtspersonen. Veelal worden de prioriteitsaandelen ondergebracht bij een daartoe opgerichte stichting. Bij beursvennootschappen worden prioriteitsaandelen vaak gebruikt om zeggenschap in goede banen te leiden. Bij een niet-structuurvennootschap (een kleine vennootschap) kan aan de vergadering van houders van prioriteitsaandelen het recht worden toegekend voor de benoeming van bestuurders en commissarissen een bindende voordracht op te stellen. Het is de houders van prioriteitsaandelen dus te doen om de macht die door de statuten aan deze aandelen is verbonden. Een vennootschap met bijvoorbeeld een geplaatst kapitaal van enkele miljoenen verdeeld in gewone aandelen, kan prioriteitsaandelen hebben uitstaan tot een nominaal bedrag van slechts 4.500 euro. De vennootschap wordt dan grotendeels beheerst door de houders van die prioriteitsaandelen, meestal bestuursleden en/of de Raad van Commissarissen. Prioriteitsaandelen staan op naam en zijn nauw verbonden aan de functie die de houder in de vennootschap heeft. Houdt hij op bestuurder te zijn, dan moet hij zijn prioriteitsaandelen overdragen aan zijn opvolger. Er kunnen aan de prioriteitsaandelen ook andere bevoegdheden worden toegekend, zoals invloed op de uitgifte van aandelen en invloed op de besluitvorming bij statutenwijziging.
Register van aandeelhouders
Bij aandelen die op naam staan worden aandeelhouders ingeschreven in een door het bestuur van de vennootschap gehouden register. Daarin staan de namen en adressen van alle houders van aandelen op naam, evenals de datum van verkrijging, de datum van erkenning en het op elk aandeel gestort bedrag. Overigens mag de aandeelhouder niet op eigen houtje bepalen aan wie hij de aandelen wil overdragen. De wet eist dat de statuten zogenaamde blokkeringsclausules bevatten. De wet biedt daartoe twee mogelijkheden:
- Goedkeuring overdracht door een vennootschapsorgaan;
- Eerste aanbod aan medeaandeelhouders.
Een combinatie van beiden is ook mogelijk.
Belastingen
De BV is vooral aantrekkelijk om fiscale redenen. Bij een eenmanszaak wordt de winst volledig onderworpen aan het progressieve tarief van de inkomstenbelasting. Dat wil zeggen dat de marginale belastingdruk – de belasting over elke euro die meer wordt verdiend – zestig procent kan bedragen. De winst van een BV is slechts onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Vennootschapsbelasting wordt geheven naar het belastbaar bedrag (de in een jaar behaalde belastbare winst verminderd met de te verrekenen verliezen). Het winstbegrip is gelijk aan dat van de Wet Inkomstenbelasting, aangevuld met een aantal eigen wetsartikelen. Er is een aantal van de winst afhankelijke uitkeringen aftrekbaar:
- Winstaandelen toegekend aan bestuurders en overig personeel;
- Winstaandelen voor houders van winstdelende obligaties;
- Winstaandelen die de tegenprestatie vormen voor het verlenen van een concessie, octrooilicentie of soortgelijke prestatie (bijvoorbeeld: verkoop).
Neemt uw BV bijvoorbeeld een afzetgebied van een andere onderneming over dan kan bij de verkoop de afspraak zijn gemaakt, dat tijdens de eerste 5 jaar tien procent van de winst uit het afzetgebied als vergoeding wordt betaald – dit wordt ook wel overdracht tegen winstrecht genoemd. Die winstuitkeringen komen dan ten laste van het fiscale resultaat.
Winstuitkeringen van vennootschappen aan hun aandeelhouders zijn volgens het in Nederland geldende klassieke belastingstelsel dubbel belast: voor de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelastingen. U dient daarmee goed rekening te houden bij het opstellen van contracten tussen de vennootschap en de directeur-grootaandeelhouder (DGA).
Voorbeeld:
Feitelijke huurprijs
€ 48.000 |
Vennootschapsbelasting (over verkapte winst verhuur) € 3.700 |
Reële huurprijs (marktprijs)
€ 38.000 |
Inkomstenbelasting DGA (marginaal tarief 60%) –€ 6.000 |
€ 10.000
Winst voor belasting (onttrokken aan winst onderneming); genoten voordeel DGA |
€ 300
Netto winst (voordeel na belasting) |
Als ondernemer bent u directeur en dus werknemer van de vennootschap. Alle lasten die daaruit voortkomen zijn voor het bedrijf aftrekbaar. Dat zijn niet alleen het salaris en de werkgeverspremies, maar ook de pensioenlasten. Vennootschap en directeur kunnen evenwel een pensioenregeling afspreken, waarvan alle lasten voor de BV zijn. Ook is het mogelijk het pensioen van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) in eigen beheer op te bouwen. De vennootschap vormt dan zelf een pensioenreserve, waaruit te zijner tijd de pensioenuitkeringen worden gedaan. Andere mogelijkheid is een aparte pensioenvennootschap. Voordeel van deze methode is dat wanneer de vennootschap failliet gaat, de pensioenaanspraken van de directeur zijn veiliggesteld. Een andere beperking is de bepaling ter voorkoming van misbruik van commissariaten door DGA’s. Bent u als DGA tegelijkertijd commissaris van de BV, dan geldt slechts een aftrekbare bedrijfslast tot € 1.815,-. Daarboven is alleen de helft aftrekbaar tot een maximum van € 9.075,-.
Deelnemingsvrijstelling
Als een vennootschap minstens vijf procent van de uitstaande aandelen van een andere vennootschap bezit, blijven de voordelen die de moedermaatschappij behaalt uit hoofde van die deelneming buiten beschouwing bij het bepalen van de winst. Immers, er is al vennootschapsbelasting over betaald door de dochtermaatschappij. Onder die voordelen worden niet alleen de dividenden verstaan die de dochtermaatschappij uitkeert aan de moedermaatschappij, maar ook de winst die de moedermaatschappij behaalt als zij de deelneming vervreemdt.
Aanmerkelijk belang
Wilt u als DGA uw aandelen verkopen, of ontvangt u een winstuitkering (dividend) dan krijgt u te maken met de aanmerkelijk belangregeling. Van belang daarbij is niet alleen de vraag hoeveel aandelen u zelf bezit, maar ook hoeveel aandelen uw echtgeno(o)t(e) of naaste verwanten hebben. Als hoofdregel geldt:
- In de laatste vijf jaar heeft u hetzij alleen hetzij met uw echtgenoot meer dan vijf procent van de aandelen in bezit gehad en;
- De laatste vijf jaar bent u hetzij alleen hetzij samen met uw echtgenoot of naaste verwanten voor minstens eenderde deel aandeelhouder geweest.
Bij verkoop van uw aandelen betaalt u over de behaalde winst 15 procent inkomstenbelasting. De winst is in dit geval het verschil tussen de opbrengst van de aandelen en de prijs die de aandeelhouder oorspronkelijk voor de aandelen heeft betaald. Over het bedrag dat de vennootschap als dividend aan u uitkeert, bent u eveneens 15 procent inkomstenbelasting verschuldigd.
Voor beide gevallen geldt dat, als uw inkomen inclusief de winst uit aanmerkelijk belang lager is dan het bedrag van de eerste inkomensschijf, de winst volgens het tarief van deze schijf wordt belast.
Omzetting, ontbinding en vereffening
Omzetting van de BV in een andere rechtsvorm is juridisch mogelijk. Daarvoor is in elk geval een statutenwijziging nodig. Voor een omzetting zijn vereist:
- Besluit tot omzetting;
- Besluit tot wijziging van de statuten;
- Notariële akte van omzetting met de nieuwe statuten.
Voor de omzetting van de BV in een stichting of in een vereniging is ook een rechterlijke machtiging vereist
OntbindingDe beëindiging wordt voorafgegaan door de ontbinding. Gronden voor ontbinding zijn:
- Een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders;
- Het intreden van een gebeurtenis die volgens de statuten tot ontbinding leidt;
- Na een faillietverklaring, door hetzij opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel, hetzij door insolventie;
- Door een beschikking van de Kamer van Koophandel;
- Door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt (vaak op verzoek van een officier van Justitie om zogenaamde ‘lege’ BV’s te ontbinden;
De vennootschap blijft na haar ontbinding voortbestaan voorzover dit tot vereffening (liquidatie) van haar vermogen nodig is.
Vereffening Op de ontbinding volgt de vereffening. Schulden moeten worden betaald. Het batig saldo moet aan de rechthebbenden worden uitgekeerd. Als de vennootschap in staat van faillissement is verklaard, dan vindt de vereffening volgens de faillissementswet plaats door de curator. Wie de vereffenaars zijn, wordt doorgaans in de statuten bepaald. Meestal is dat het bestuur. Bij een gerechtelijke ontbinding wordt er een aparte vereffenaar benoemd. Een vereffenaar is verplicht zijn benoeming en overige gegevens in het handelsregister in te schrijven. Na de vereffening ontvangen de aandeelhouders, nadat alle schulden zoveel mogelijk zijn ingelost, hun liquidatie-uitkering. Daarmee is aan het bestaan van de BV een einde gekomen.
Tip! Essentiële (of handige) ondernemerszaken: Bedrijfsverzekeringen (zoals bijvoorbeeld een beroepsaansprakelijkheidsv