Inhoudsopgave
Wat is de cashflow?
Cashflow of kasstroom is de geldstroom die in en uit je onderneming vloeit. Het gaat hierbij over alle inkomsten en uitgaven van je bedrijf. Niet alleen cash, maar ook digitaal geld. Dus je pinbetalingen en dergelijke.
Waarom is cashflow belangrijk
De cashflow is de belangrijkste graadmeter om te zien hoe je bedrijf er financieel voor staat. Je kunt als bedrijf winstgevend zijn en toch failliet gaan omdat je een negatieve kasstroom hebt en er dus geen geld beschikbaar is.
Bij een positieve cashflow kun je je financiële verplichtingen op korte termijn nakomen. Denk aan je lening aflossen, je huur en leveranciers betalen, loonkosten storten. Er is geld in de kassa op het moment dat je dat nodig hebt.
Bij een negatieve cashflow gaat er meer geld uit dan dat er binnenkomt. Je kunt je schulden niet meer aflossen en op termijn zelfs je lopende kosten niet meer betalen waardoor je in de problemen komt.
Een positieve cashflow is niet alleen belangrijk om al je uitgaven te bekostigen, maar ook wanneer je extra geld wilt aantrekken, of je bedrijf wilt verkopen. Kredietverleners kijken naar je kasstroom om te bepalen hoeveel geld je mag lenen en de waarde van een bedrijf wordt mede bepaald door de cashflow!
Wat is het verschil tussen winst en cashflow?
Cashflow is niet hetzelfde als winst. Het zijn twee verschillende begrippen die nogal eens door elkaar worden gehaald.
- Cashflow is het verschil tussen inkomsten en uitgaven.
- Winst is het verschil tussen omzet en kosten.
Omzet leidt uiteindelijk tot inkomsten, maar pas als de facturen door je klanten betaald zijn. Bovendien zijn er ook andere inkomsten die geen omzet zijn, zoals financieringen en desinvesteringen.
Ook kosten kunnen leiden tot uitgaven, maar dat is niet altijd zo. Bijvoorbeeld afschrijvingskosten. Maar investeringen of aflossingen zijn wel uitgaven, en geen kosten. Er zijn dus grote verschillen.
Hoe bereken je de cashflow?
Je cashflow kun je op een aantal manieren berekenen.
De directe methode
Ofwel vrije cashflow, bereken je door de uitgaven van de inkomsten af te trekken. Je berekent je cashflow over de periode van een dag, week, maand of kwartaal.
Stel: je ontvangt in een kwartaal € 30.000 aan omzet en geeft € 20.000 uit aan inkoop, kosten en privéopnamen. De cashflow is dan € 30.000 – € 20.000 = € 10.000 positief.
Ontvang je in een kwartaal € 20.000 en geef je € 30.000 uit? Dan is je cashflow € 10.000 negatief.
De indirecte methode
Dit is winst + afschrijvingskosten
Stel: je hebt € 25.000 winst na belastingen in 2019 + € 10.000 afschrijvingen in 2019 = € 35.000 cashflow.
Het resultaat is uiteindelijk hetzelfde.
- De indirecte methode wordt wat meer toegepast door accountants en bedrijfsadviseurs en levert de analyse hoe deze geldstromen verdeeld zijn in operationele en niet-operationele activiteiten. Dit geeft dus antwoord op het ‘waarom’ van de cashflow.
- De direct methode is praktischer ingesteld, en laat zien hoeveel geld je in de kassa hebt om uit te geven nadat je alle kosten hebt afgetrokken.
Whitepaper Controle Belastingdienst
Tips om je cashflow te verbeteren
1. Optimaliseren verkoopproces
Je cashflow kun je op verschillende manieren bijsturen. Een cruciale maatregel – ook bij een positieve cashflow – is de optimalisatie van je verkoopproces. Offertes opvolgen, kosten in kaart brengen en tijdig facturen vorderen zijn daarbij essentieel.
2. Goed debiteurenbeheer
Voorkom dat er geld in je onderneming verloren gaat doordat klanten niet of te laat betalen. En vergroot de kans dat facturen snel worden betaald. Dit doe je door heldere betaalafspraken te maken en goede facturen te sturen met een duidelijke betaaltermijn. Je kunt ook een factuur sturen met een betaallink erin. Het blijkt in de praktijk dat klanten dan veel sneller betalen.
Tip: bied bijvoorbeeld een korting voor vroege betaling en leg een boete op voor te late betaling. Met een actief debiteurenbeheer kun je de cashflow op gang houden.
3. Maak een goed financieel plan
Maak een financieel plan met verwachtingen van omzet en kosten en check dit plan regelmatig en stel bij als dat nodig is.
4. Maak realistische prognoses
Zorg ervoor dat je verkoopprognoses realistisch zijn als je je uitgaven erop wilt baseren. Als je namelijk je toekomstige inkomsten te hoog inschat, kan dit je bedrijf negatief onder druk zetten.
5. Zorg voor een buffer
Maak een reservepotje dat je bedrijf in geval van nood kan aanspreken. Stel dat er een grote factuur niet wordt betaald, of dat je apparatuur plotseling kapot gaat. Dan kun je altijd je buffer aanspreken.
6. Geef niet te veel uit
Te veel of te grote uitgave zijn even schadelijk zijn voor je bedrijf als te weinig omzet. Houd de uitgaven in de gaten en zorg ervoor dat je een duidelijke boekhouding bijhoudt.
7. Weet wie je klanten zijn?
Doe wat vooronderzoek naar je nieuwe klanten. Zijn ze goed van betaling? Kredietwaardig? Goede trackrecord? Voorkom dat je straks tijd, geld en energie stopt in klanten die misschien laat of nooit hun facturen betalen.