Ga er even voor zitten, haal diep adem en lees hoe sociale media echt in elkaar zit.
Echt, sociale media is een vinding…
en zelfs CNN leeft nu weer helemaal op door het Trump-effect. Twitter heeft opeens presidentiële communicatie waarde… what’s next?
Tot in de haarvaten…
Zij leven van digitale voeding. en wij ook steeds meer! En blijkbaar zijn we met zijn allen heel blij met deze digitale toevoeging aan ons leven. Zo versturen we in Nederland miljoenen tweets per dag, bezoeken we LinkedIn meer en meer en checken miljoenen Nederlanders dagelijks hun Facebook pagina. Het fomo-virus blijkt verslavend! Tegelijkertijd hebben veel mensen het onbestemde gevoel dat sociale media ons weliswaar veel brengen, maar ook dat ze ons vaak irriteren. ondanks het spectaculaire succes, blijven we een haat-liefde verhouding houden met sociale media. Wat is hier aan de hand? En wat kunnen we leren van de antwoorden? Zei Bill Gates niet ooit: ‘De uitdaging van het volgende decennium is niet aangesloten te zijn, maar juist niet aangesloten te zijn.’
Waarom zijn de directe media zo effectief?
Recentelijk zijn daarover binnen de sociale psychologie een aantal interessante gedachten geformuleerd, die duidelijk maken welke fundamentele menselijke behoeften worden vervuld door groepslidmaatschappen. Op dit moment circuleren drie theorieën over het waarom van onze aangeboren motivatie om ons lid te willen voelen van een groep.
Goed om over sociale media te weten …
De eerste is de ‘sociometer theory’. Uit een serie onderzoeken kwam naar voren dat mensen meer zelfwaardering voelen wanneer ze zich een geaccepteerd lid voelen van een groep. Wanneer ze buitengesloten zijn, daalt hun zelfwaardering. We zijn bang geïsoleerd te raken, omdat we dan een lage dunk van onszelf krijgen. Er is dus een rechtstreeks verband tussen het gevoel geaccepteerd te worden door een groep anderen en de mate waarin mensen zichzelf waarderen.
Het fascinerende van deze resultaten is dat de mate van zelfwaardering sturend is in dit proces. Mensen voelen zich niet zo zeer gewaardeerd omdat ze lid zijn van een groep. Maar, mensen zoeken groepslidmaatschappen op om hun zelfwaardering te verhogen. Zelfwaardering fungeert als een soort sociometer, een maat voor de mate waarin we juist wel of juist geen onderdeel zijn van een groep. Zelfwaardering is een kompas dat ons de route richting groepslidmaatschap wijst.
Zelfwaardering is een sterke motivator van ons sociale gedrag. Lid worden van online groepen via sociale media, je verbonden voelen met anderen heeft een rechtstreeks positief effect op onze zelfwaardering. Wellicht dat het daarom zo hard aankomt als iemand ons ‘defriend’. Zelfs als dat een vage bekende is waarmee we toch weinig contact hadden. De diepte en de inhoud van die verbondenheid is niet zo van belang, maar de verbondenheid zelf. Simpel het feit dat we lid zijn, is voldoende om ons beter te laten voelen. Geluk is een geaccepteerd vriendenverzoek.
Als tweede theorie hebben we de ‘terror management theory’. Weinig psychologische theorieën hebben een naam die zo tot de verbeelding spreekt. Terror management theory is gebaseerd op het inzicht dat mensen, in tegenstelling tot dieren, de geestelijke vermogens hebben te anticiperen op hun eigen dood. Dieren weten niet dat ze uiteindelijk dood gaan, mensen wel. Deze angstaanjagende vorm van zelfreflectie, onderscheidt de mensheid van het dierenrijk. Iedereen gaat een keer dood en dat weten we allemaal.
Om te kunnen omgaan met dit potentieel verlammende zelfinzicht hebben mensen een aantal verdedigingsmechanismen ontwikkeld. Een van de belangrijkste hiervan is affiliatie met een groep. Mensen worden door existentiële angst gemotiveerd relaties aan te gaan met anderen. Deze relaties maken dat mensen zich figuurlijk, en soms letterlijk, onsterfelijk voelen. De manier waarop wij de wereld zien en de manier waarop we met de buitenwereld omgaan zijn vastgelegd in de groepen waarvan we lid zijn. Dankzij onze groepslidmaatschappen zijn we minder bang voor de dood (ons wereldbeeld, onze ideeën en onze herinneringen zullen voortleven) en neemt onze zelfwaardering toe. Sociale verbondenheid geeft ons leven betekenis en toekomst. Daarmee ontstijgen we onze existentiële angsten en voelen we ons beter.
Sociale platforms als facebook zijn de ideale plek om je wereldbeeld te valideren en je het gevoel te geven dat je onderdeel bent van iets groters. Precies de grote motivatoren volgens terror management theory. ‘Alles wat je op het internet zet, staat daar voor eeuwig’, is een veel gehoorde uitspraak. Elke status update en foto zal de gebruiker overleven. Kijk maar naar de facebook-pagina’s van inmiddels overleden celebrities. Een krachtig tegengif tegen onze basale existentiële angsten. Zelfs de tijdslijn op de facebook-pagina begint bij je geboorte en gaat in principe voor eeuwig door.
Tenslotte hebben we uncertainty-identity theory. Dit inzicht stelt dat mensen gemotiveerd worden lid te worden van groepen om gevoelens van onzekerheid te verminderen. Volgens deze theorie gaat het dus niet om angstreductie, maar om onzekerheidsreductie. Een subtiel, maar belangrijk verschil. Aan de hand van de groepen waarvan we ons lid voelen, definiëren we onszelf en de wereld om ons heen. We zoeken de zekerheid van anderen om onszelf te begrijpen en te beschrijven. gelijkgestemde anderen zijn de spiegel waarin we onszelf herkennen.
Een beetje onzekerheid is vaak goed voor mensen. het dwingt ze tot actie en tot groei. Maar, fundamentele onzekerheid over je plaats in de wereld is contra-productief. Dat belemmert je functioneren. De meest effectieve manier om deze onzekerheid op te lossen is door je te identificeren met een groep gelijkgestemden. Ineens weet je weer wie je precies bent, hoe je tegen de wereld aankijkt en hoe je je hoort te gedragen.
De manier om contact te hebben en te houden …
Waarschijnlijke werken de drie theorieën in min of meerdere mate alle drie. Ze zijn ook niet noodzakelijkerwijs onafhankelijk van elkaar. Angst voor isolement, angst om te sterven, onzekerheid over wie je bent; het zijn allemaal heftige emotionele motivatoren die ten grondslag liggen aan onze zoektocht naar sociale verbondenheid. En sociale media spelen hier perfect op in. Lid worden en blijven van sociale media zijn daarmee ego-gedreven activiteiten.
Dat sociale media een diep gewortelde behoefte oplossen, moge nu wel duidelijk zijn. Het verklaart onze liefdesverhouding met sociale media. Het is duidelijk wat ze voor ons doen. Maar wat doen ze niet voor ons? Wat missen we? Om hier een antwoord op te kunnen geven, moeten we terug naar de wetenschappelijke literatuur.
De eerste verzameling karakteristieken beschrijven de organisatiegraad binnen de groep. Ambiguïteit creëert onzekerheid en onzekerheid willen we ten alle tijden vermijden. We functioneren daarom beter in groepen die duidelijk herkenbaar zijn, die duidelijke grenzen hebben en die een heldere interne structuur kennen.
In de online wereld spreek je dan over een ‘walled garden’. Walled gardens hebben een slechte naam onder de schrijvers en denkers die zich bezig houden met de ontwikkeling van het internet. Walled gardens beperken de vrijheid omdat ze barrières opwerpen en barrières staan haaks op de kerngedachte van het internet. Sir Tim Berners-Lee, de oervader van het internet, formuleerde het als volgt: “Any person could share information with anyone else, anywhere”. Zo is de gedachte. walled gardens verstikken het internet omdat ze deze vrije uitwisseling in de weg staan. Wanneer we echter redeneren vanuit een sociaal psychologische perspectief dan zien we juist dat mensen beter functioneren in een walled garden, dan op een open vlakte. Walled gardens zijn misschien slecht voor de ontwikkeling van het internet, maar ze zijn beter voor het functioneren van mensen.
De tweede set karakteristieken die het welbevinden van een individu binnen een groep bepaalt, behandelt meer het verwachtingspatroon van de leden. Voelen de leden een gedeeld lot? Zijn er gezamenlijke doelen? Herkennen de leden gedeelde eigenschappen bij elkaar?
Het is interessant te zien dat de huidige populaire sociale media (lees: facebook) wel in staat zijn de basale behoefte aan groepslidmaatschap te vervullen, maar dat ze het laten afweten wanneer het gaat over de voorwaarden waaraan groepen dienen te voldoen willen we ons optimaal voelen. In facebook, twitter, google+ zien we geen gedeelde doelen, laat staan een gedeelde toekomst. Ook is de organisatiegraad laag en onduidelijk. Er zijn geen grenzen. Alles is open. Ambiguïteit regeert.
Iedereen kan iets toevoegen aan het platform, maar er is geen echte samenwerking. Het is ieder voor zich en facebook voor ons allen. ergens voelen we dat ook wel. en dat is precies wat er knaagt. Vanuit deze redenatie zouden we kunnen stellen dat naast de bestaande sociale media er duidelijk plek is voor sociale platforms die wel voldoen aan de bovenbeschreven voorwaarden. Een sociaal platform waarop leden onderweg zijn naar een duidelijk doel of in ieder geval een ambitie delen. een platform waarop duidelijk is wie er lid is en waarom. Een platform waar de leden vanuit gedeelde ervaringen en kennis met elkaar in gesprek gaan.
Welkom in de sociale media economie
Een sociaal platform dat is gebouwd vanuit een wens tot samenwerking. Dat zouden we een social collaboration platform kunnen noemen. Huidige platforms, zoals facebook, google+, pinterest en istagram, hebben ons laten zien hoe groot de aantrekkingskracht is van sociale verbondenheid. Hoe moeilijk het is om er niet naar toe gezogen te worden. Ook al vervullen de huidige sociale media die behoefte eigenlijk slechts op een basaal niveau, hun zuigkracht is bijna niet te weerstaan. We kunnen inmiddels niet meer zonder onze digitale spiegels. Wellicht kunnen we voortbouwen op deze kracht en platforms ontwikkelen die het volledige spectrum van sociale behoeften vervullen. Echte sociale platforms, zeg maar.