Wie: Mathijs Kossen (27) |
Bedrijf: Leapfrog 3D Printers |
Plek: Alphen aan den Rijn |
Sinds: 2012 |
Werknemers: 15 |
Meer: lpfrg.com |
Jullie 3D-printer is tijdens een stage geboren, typisch voorbeeld van een studentenbedrijf?
“Samen met nog een huisgenoot uit ons Delftse studentenhuis moesten we als stageopdracht een 3D-printertje maken voor AV Flexologic, het bedrijf van de vader van een studiegenoot. Drie à vier maanden bouwden we aan het prototype, soms tot drie uur ‘s nachts. Na een succesvolle beurs volgde het businessplan voor een simpele en betaalbare 3D-printer. We besloten toen door te ontwerpen en in productie te gaan. Al snel ontgroeiden we de studentenfase. Het liep storm. We betrokken een eigen pand, namen mensen in dienst en vonden een eigen productielocatie.”
Ooit verwacht dat er meteen zoveel interesse zou zijn?
“We wisten zeker dat we een juiste snaar zouden raken. Dat het zó hard zou gaan, hebben we zelf ook niet helemaal voorzien. De eerste bestellingen kwamen voornamelijk uit onze vriendenkring. Toen kwam er zomaar ineens een order binnen van iemand die we níet kenden. Die deed een bestelling op basis van verhalen die rondgingen. Een magisch moment, we stonden te knipperen met onze ogen. Van één bestelling per week gingen we naar één per dag, toen naar dagelijks vijf. Die groei hield niet op. In het eerste jaar vlogen er duizend printers uit en inmiddels staan er meer dan 10.000 in het veld.”
Hoe voelt het om aan de basis van zo’n nieuwe trend, de 3D-revolutie, te staan?
“Het is waanzinnig leerzaam en leuk. Zoveel energie als er uit die wereld komt! Twitter is bijvoorbeeld zo’n inspirator, dankzij alle tweets met gebruikerservaringen en foto’s van nieuwe ontwerpen. Begrijp me niet verkeerd: het is hard werken, écht hard werken. We zijn óók nog een opstartend bedrijf waar alle systemen en structuren moeten worden bedacht. Maar juist omdat dit een nieuwe markt is, en veel mogelijkheden nog open liggen, is het zo leuk. We dragen bij aan de toegankelijkheid van 3D-printen en doen écht iets speciaals. Daar ben ik trots op.”