Steeds populairder
De automaat mag zich de laatste jaren verheugen in een gestaag stijgende belangstelling, zo blijkt uit cijfers van de RAI-vereniging (fabrikanten en importeurs). Het aantal auto’s met een automatische versnellingsbak steeg van 8,3% in 1995 naar 11,9% in het jaar 2000.
Vooral de laatste jaren gaat het hard. In 2006 koos al 17,9% van de automobilisten voor een automaat en vorig jaar steeg dat percentage zelfs tot 18,8%. In andere Europese landen is men nog verder. In Zweden ligt het percentage op ruim 20% en in Zwitserland schakelt bijna een op de drie nieuw gekochte auto’s automatisch.
Onderzoeksbureau J.D. Power voorspelt dat in 2010 maar liefst 50% van de Europese autokopers zal kiezen voor een automaat. Amerikanen en Japanners verklaren Europese automobilisten al sinds jaar en dag voor gek. Zij zagen de uitvinding van de automatische versnellingsbak al decennia geleden als een logische stap in het streven om zo weinig mogelijk handelingen te verrichten tijdens het autorijden.
De eerste automaat werd ontwikkeld door Earl Thompson, ingenieur bij General Motors. Deze Hydramatic Drive werd uiteindelijk in een Oldsmobile geplaatst. Meerprijs destijds: 57 dollar. Het succes was enorm in de Verenigde Staten. De Europeanen bleven echter krampachtig vasthouden aan het hopeloos ouderwetse pookje met het H-patroon.
Veramerikanisering
De oorzaak van deze typisch Europese voorkeur is volgens transporthistoricus Gijs Mom deels geografisch. “In tegenstelling tot de Verenigde Staten waren de wegen in Europa bochtiger en de gereden afstanden korter. Men wilde hier het vermogen van de motor meer kunnen beïnvloeden, en dat kon met een handbak beter dan met een automaat. De tweede oorzaak is meer economisch. Automaten verbruikten in de jaren ’50, ’60 en ’70 meer brandstof door het lagere rendement in vergelijking met een handgeschakelde auto. In Amerika was dat door de lage brandstofprijzen geen probleem; hier was het dat wel.”
De kentering van nu is volgens Mom het gevolg van de ‘veramerikanisering’ van de autocultuur in Europa. “Het snelwegennet is uitgebreid en de wegen worden steeds rechter. Doordat we ook hier steeds vaker met files en congestie in de steden te maken krijgen, nadert het plezier van de handbak zijn grenzen. Betere controle over het motorvermogen weegt steeds minder vaak op tegen het gemak van een automaat in de file. Het gemaksidee begint de overhand te krijgen. En omdat ze ook steeds zuiniger worden, is het logisch dat de populariteit van automatische versnellingsbakken stijgt.”
Veiliger
Volgens ex-rallycoureur Paul Maaskant, directeur van anti-slipschool Prodrive Training, maakt Nederland op dit moment een mentaliteitsverandering door. “Ik rijd zowel zakelijk als privé in een auto met automaat en ik ben ervan overtuigd dat binnen tien jaar iedereen dat doet. Als je vroeger automaat reed, had je bij wijze van spreken iets uit te leggen. Er werd gevraagd of je iets mankeerde. Door de Dafjes met Variomatic kreeg de automaat een imago van ‘oude vrouwenauto’, maar dat truttige is er allang vanaf. Veel raceklassen rijden tegenwoordig zelfs met geautomatiseerde versnellingsbakken, waaronder de Formule 1. Ook zijn alle vooroordelen die golden ten aanzien van de automaat achterhaald.”
Daardoor blijven volgens de ex-rallycoureur alleen de voordelen over. “Wie veel file rijdt, en dat doen we tegenwoordig allemaal, moet gewoon een automaat overwegen”, aldus Maaskant. “Dat hoeft niet ten koste te gaan van je rijplezier, want in veel gevallen kun je ook handmatig schakelen met een automaat, zodat je op een bergweg of bochtige dijk alsnog je eigen schakelgedrag kunt bepalen. Maar het belangrijkste is dat een automaat veiliger is. Hét grote voordeel is namelijk dat je met minder handelingen hetzelfde kunt blijven doen. Daardoor blijft er meer concentratie over voor alle andere zaken die de aandacht vragen bij deelname aan het verkeer.”
Gemak
Ook Kees Pereboom, hoofd afdeling technische zaken bij de RAI-Vereniging, vindt de opmars van de automaat logisch. “Een automaat biedt meer comfort doordat je niet steeds hoeft te schakelen en te ontkoppelen. Met een moderne automaat hoef je aan prestaties of verbruik bovendien nauwelijks meer in te leveren. De technische ontwikkeling van de automatische versnellingsbak is een stuk sneller gegaan dan die van de handbak. Vroeger had je drietraps automaten, nu zijn dat er vaak al vijf of zes en soms zelfs zeven of acht. Ook kennen de automaten tegenwoordig verschillende schakelprogramma’s voor bijvoorbeeld wegrijden op gladde ondergrond of sportief rijden.”
De echte doorbraak is de versnellingsbak met dubbele koppeling. Deze werd door Volkswagen in 2003 geïntroduceerd onder de naam Direct Shift Gear (DSG). Bij deze bak bedient de ene koppeling de eerste, derde en vijfde versnelling en achteruit, de andere is er voor de tweede, vierde en zesde versnelling.
Wanneer in één wordt weggereden, staat ook de tweede versnelling reeds ingeschakeld. Daarvan draait de koppeling al mee. Bij het schakelen (automatisch of handmatig door de bestuurder geïnitieerd) heeft er dus slechts één interactie tussen de twee koppelingssystemen plaats. Koppeling nummer twee grijpt aan en nummer een laat los, zodat in slechts acht (!) milliseconden wordt geschakeld. Ze verbruiken niet meer brandstof dan een auto met handbak.
Merken als Ford, Volvo, BMW, Mitsubishi en Porsche werken inmiddels ook aan automaten met dubbele koppeling, of leveren ze al in enkele modellen.
2000 euro duurder
Hét grote nadeel van de automaat is op dit moment alleen nog de prijs. “In de VS wil iederéén een automaat en daardoor kunnen ze veel goedkoper produceren”, legt Kees Pereboom uit. “Hier is dat andersom, waardoor een auto met automaat nog altijd duurder is.”
Volgens Peter Plevier van Renault Nederland is de BPM de grote boosdoener in Nederland. “In de ons omringende landen is de stijging van het aantal auto’s met automaten sterker, puur doordat ze daar goedkoper zijn dan hier. Een automatische versnellingsbak is in Nederland gemiddeld zo’n tweeduizend euro duurder dan een handbak. “Bij de duurdere modellen is dat procentueel gezien niet zo heel veel geld, maar de goedkopere uitvoeringen hebben er last van. Een voordeel is wél dat je bij inruil een deel van dat geld weer terugziet. Gebruikte auto’s met een automaat zijn gewild en daardoor standaard dan ook minimaal 1000 euro meer waard dan een vergelijkbaar model met handbak.”
Dit artikel verscheen eerder in tijdschrift 6 van De Zaak. U kunt dit ook lezen via digitaal bladeren.