Goed idee, samen met je partner in de zaak?
Niet per se, volgens onderzoek van het Centrum van het familiebedrijf (CFB) en de Hogeschool Windesheim. Samen een bedrijf runnen én de verantwoordelijkheden thuis delen, benadelen de prestaties en groei van de onderneming. Een duidelijke taakverdeling is raadzaam, is een van de conclusies.
“De overlap tussen familie en bedrijf is groot. Het is belangrijk dat een van de twee partners de leiding heeft,” stelt CFB-directeur Ilse Matser. Daarnaast is het belangrijk een klankbord te creëren.
Matser: “Je moet vooral ook mensen van buiten een rol als adviseur of denktank geven.”
Is het dan onverstandig om je levenspartner compagnon te maken?
“Nee, maar het is belangrijk dat je je bewust bent van de succes- en faalfactoren,” meent Matser. “Open communiceren en wederzijds vertrouwen, respect en waardering leiden tot betere financiële resultaten. Bovendien krijgt de onderneming daardoor een stabielere basis.”
Het winstniveau speelt mee, maar ook andere zaken, niet eens zozeer fiscaal. “Duld je een tweede kapitein op het schip? Het is belangrijk dat je gelijkwaardig bent qua ondernemerschap,” zegt Tom Kleinpenning, fiscalist bij de GIBO Groep Accountants en Adviseurs. “Je moet uit hetzelfde hout zijn gesneden en een toereikende opleiding hebben.”
Hoe interessant is de meewerkaftrek?
De meewerkaftrek levert niet heel erg schokkende bedragen op. Het is een percentage van de winst. Hoe meer tijd wordt besteed in de zaak, des te hoger het percentage. Werkt uw partner 1.750 uur of meer in de onderneming, dan is de aftrek vier procent van de winst.
Fiscalist Kleinpenning: “Bij een winst van € 75.000 betekent dat een belastingbesparing van hooguit € 1.600. Zet je dat fiscale voordeel af tegen de uren die je in de zaak hebt gestopt, dan werk je al gauw onder het minimumuurloon. Maak je flink wat winst, dan is het vaak interessanter om gezamenlijk een vof of maatschap op te richten of zelfs een bv.” Zie ook: De ondernemersaftrek »
Mag je kiezen tussen meewerkaftrek of loon?
Ja, het is een vrije keuze. U kunt het zelf bepalen, al moet u natuurlijk wel zelf ook voldoen aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek.
“De meewerkaftrek kan met name interessant zijn als de winst is losgekoppeld van de arbeidsinzet. Bijvoorbeeld bij een handelsonderneming,” stelt Kleinpenning. “Het alternatief is een reële arbeidsbeloning die in verhouding staat met het niveau van het werk.” Meer in: Het urencriterium: wat telt mee en wat niet? »
Zit er nog een risico aan het urencriterium?
De uren van de meewerkende partner moeten worden bijgehouden of in elk geval aannemelijk zijn. Bij een winkel is dat – aan de hand van de openingstijden – wel te doen.
Kleinpenning: “De Belastingdienst verwacht dat je op z’n minst periodiek de uren registreert die uw partner heeft gewerkt.” Kleinpenning adviseert de verplichting serieus te nemen: “Ik zie regelmatig jurisprudentie hierover voorbijkomen.”
En hoe zit het met de winstverdeling?
De partner mag dan wel toetreden tot de onderneming, het moet wel een gebruikelijke situatie zijn, waarschuwt Kleinpenning.
“Bij een chirurg wiens partner ondersteunende werkzaamheden verricht, kun je bijvoorbeeld niet naar een 50/50-winstverdeling gaan, een verhouding 90/10 komt eerder in aanmerking.”
Daarbovenop worden de werkzaamheden van de partner die van ondersteunende aard zijn, niet meegeteld voor de zelfstandigenaftrek, vertelt Kleinpenning.
“Het fiscale voordeel valt hierdoor voor een groot deel weg. Je partner in dienst nemen heeft dan zo ongeveer hetzelfde fiscale effect, zonder vervelende discussies achteraf met de Belastingdienst.”
Moet je een waardebepaling maken van de beginsituatie?
Een waardebepaling moet in principe altijd gebeuren, ook voor de fiscus. Het kan in de meeste gevallen op basis van de balans en de jaarcijfers.
“Staat er onroerend goed op de balans, dan is in principe een taxatierapport vereist. In de praktijk wordt ook wel aangesloten bij de WOZ-waarde.” Kleinpenning benadrukt het belang om de (financiële) inbreng vast te leggen.
“Het is belangrijk om zaken zuiver te houden om uit te sluiten dat er later discussie komt. Als je het helemaal volgens het boekje wil doen, schakel je niet alleen je eigen accountant in. Je moet je onderneming niet voor een appel en een ei weggeven, ook niet aan je partner. Een echtscheiding kan uit de hand lopen als je partner voor je gevoel te weinig heeft betaald.” Zie ook: Echtscheiding: 10 vragen en antwoorden »
Wat zijn de belangrijkste fiscale consequenties?
De toetredende partner kan dezelfde ondernemersfaciliteiten claimen als jij. De eerste vijf jaar komt daar nog maximaal drie keer de startersaftrek bovenop.
“De fiscale oudedagsreserve kan een rol spelen, maar zou geen doorslaggevende reden moeten zijn,” meent fiscalist Kleinpenning. “Lijfrente of banksparen vormen een min of meer gelijkwaardig alternatief.”
Hoe zit het met de aansprakelijkheid?
“Toetreden tot de onderneming heeft als nadeel dat je de huwelijkse voorwaarden deels opzij schuift. Je bent gezamenlijk aansprakelijk voor de schulden van de onderneming,” vertelt Kleinpenning.
“Is je partner in loondienst, dan gelden de huwelijkse voorwaarden. Dat wil zeggen, tenzij je meegetekend hebt voor de schuld. Bijvoorbeeld de lening bij de bank.” Zie ook: Beperk aansprakelijkheid schulden na echtscheiding »
Hoe ingewikkeld is het om de huwelijkse voorwaarden aan te passen?
Aanpassen van de huwelijkse voorwaarden is niet moeilijk, maar wel redelijk omslachtig. Het kost tijd en geld. Kleinpenning: “Je moet eerst langs de notaris, er moet een vermogensopstelling van beide partners worden gemaakt en vervolgens gaat dit naar de rechter ter goedkeuring. Deze zal vooral kijken of er geen sprake is van benadeling van eventuele schuldeisers.”