Het verhaal achter het bedrijf doet hij graag. Het verbaast hem nog regelmatig hoeveel er is veranderd sinds de periode waarin zijn opa Waltherus en daarna zijn vader de onderneming leidden. “Vroeger spreidde mijn opa de geplukte appels uit op zolder om ze te bewaren, tegenwoordig hebben we enorme koel- en gascellen om ze onder de perfecte condities te bewaren. Gelukkig maar, stel je voor dat we nog steeds dagelijks kisten vol naar boven moeten tillen.”
Fruitteelt was in opa’s tijd handenarbeid. “Heel arbeidsintensief,” zegt Chris. “Mijn vader behoorde tot de eerste generatie gespecialiseerde fruittelers. Vóór die tijd bestonden er alleen gemengde bedrijven. Mijn opa bedreef akkerbouw, veeteelt én fruitteelt tegelijk. Na zijn dood werd het land onder zijn zoons verdeeld, zodat die zich allemaal konden specialiseren. Jan begon een veebedrijf, Frans deed aan landbouw en Antoon en Gé zaten in fruit.”
Paard en wagen
Gé kreeg in de jaren ’80 versterking van zoons Wout en Chris. Hij kocht grond bij in Afferden en Beneden-Leeuwen, zodat ze alle drie de kost konden verdienen. “We bouwden een sorteerruimte, daar hield mijn vader zich mee bezig. Wout en ik concentreerden ons op het onderhoud van de boomgaarden. Mijn opa deed dat soort dingen handmatig of met paard en wagen, tegenwoordig is bijna alles geautomatiseerd.”
Ook de indeling is sindsdien veranderd. Vader Gé zag zijn bedrijf groeien van 8 hectare naar 25 en het aantal bomen per hectare nam toe van 800 naar 3300. Chris is een heel andere weg ingeslagen. “De appels zijn bijna ondergeschikt geworden, onze business is verplaatst naar de landwinkel, lunchroom Catootje en de activiteiten die we organiseren voor groepen. We hebben nog steeds appelbomen op de 7 hectare grond die na allerlei verwikkelingen voor ons over zijn gebleven, maar er is ook veel ander fruit bij gekomen, zoals kersen, pruimen, aardbeien en peren. Vooral in de zomer weten veel consumenten daardoor onze winkel te vinden. Ze zijn dol op onze kersen, die hun smaak mede danken aan de goede grond hier dicht bij de Waal.”
Een plekje
De zaken gaan goed, Chris is blij met zijn bedrijf. Of hij het wil overdragen aan zoon Cas (16) weet hij niet. “Hij zou het graag willen, brengt hele schoolvakanties door in de boomgaard, maar het is een hard beroep. Nachtvorst in mei kan je hele oogst ruïneren. Of een flinke hagelbui. Ik heb het een plekje gegeven, maar nog altijd is het naar als het gebeurt. Daar wil ik hem voor behoeden. Maar stel dat hij het over een jaar of acht nog wil, dan moeten we het daar nog maar eens over hebben.”
De Zandroos
1955 – 1998: 1980 – nu: |