Geen belasting over stakingswinst
Met de doorschuifregeling kun je jouw onderneming – als het geen besloten vennootschap (bv) is – geruisloos overdragen aan je opvolger. Je hoeft dankzij deze regeling geen of weinig belasting over de stakingswinst (verschil boekwaarde en uiteindelijke overnamesom) bij de Belastingdienst af te rekenen. De regeling heeft betrekking op de inkomstenbelasting.
Ook de fiscale reserves (egalisatiereserve en herinvesteringsreserve) en de goodwill maken deel uit van de stakingswinst.
Continuïteit onderneming
De doorschuifregeling ofwel geruisloze overdracht is in het leven geroepen om de continuïteit van ondernemingen te bevorderen. Dus te voorkomen dat je je onderneming staakt Een tussentijdse afrekening zou de groei van een onderneming belemmeren, doordat het een zwaar beslag legt op de financiën.
Bedrijfsopvolgingsregeling
De DSR en de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) zijn nauw met elkaar verbonden. De BOR biedt ondernemers(families) belastingvoordeel bij het erven of schenken van (aandelen van) een onderneming voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Die regeling geldt dus wel voor bv’s. Sinds 2025 zijn er ook regels aangepast voor deze regeling.
Wat is er veranderd bij geruisloze doorschuiving?
Vastgoed telt niet altijd mee
Sinds 2024 geldt dat vastgoed dat je verhuurt aan derden niet langer onder het ondernemingsvermogen valt voor de BOR en de DSR. Het wordt gezien als beleggingsvermogen. Er is één belangrijke uitzondering: tijdelijke verhuur in de dienstensector – denk aan hotelkamers, cafés of sportaccommodaties – blijft wel meetellen. Voor ondernemers met vastgoed is het dus belangrijk om scherp te zijn op de manier waarop het pand wordt ingezet.
Doelmatigheidsmarge afgeschaft
Tot en met 2024 gold de zogenoemde doelmatigheidsmarge: ondernemers mochten tot 5 procent van hun beleggingsvermogen toch meetellen als ondernemingsvermogen. Per 1 januari 2025 is deze marge voor de BOR afgeschaft. Voor de DSR volgt dezelfde wijziging, maar de ingangsdatum is nog niet bekend. Het gevolg: alleen écht ondernemingsvermogen telt nog mee. Ondernemers die hun opvolging plannen, moeten dus rekening houden met minder fiscale ruimte.
Bedrijfsmiddelen met privégebruik
Een ander punt dat sinds 2025 speelt: bedrijfsmiddelen met een waarde boven de 100.000 euro die ook privé worden gebruikt, tellen alleen nog mee voor zover ze zakelijk worden ingezet. Denk aan panden, boten of auto’s. Alleen het deel dat aantoonbaar voor de onderneming wordt gebruikt, kwalificeert nog.
Minder strenge eisen bij bedrijfsopvolging
Per 2025 zijn ook de voorwaarden voor bedrijfsopvolging soepeler geworden.
- De voortzettingseis is verkort van vijf naar drie jaar. Het bedrijf moet dus door de nieuwe eigenaar in ieder geval drie jaar worden voortgezet voor de vrijstelling.
- De dienstbetrekkingseis in de DSR is vervallen. Voorheen moest een mededirecteur of werknemer die het bedrijf overnam minimaal 36 maanden bij jou in dienst zijn.
- Daarnaast geldt er nu een minimumleeftijd van 21 jaar voor bedrijfsopvolgers bij schenking, zowel voor de BOR als de DSR.
Beleggingsmarge verdwijnt in 2026
Voorheen gold er nog een beleggingsmarge van 5 procent: een klein deel van je beleggingsvermogen mocht je toch meenemen. Je kunt de BOR en de DSR alleen nog gebruiken bij gewone aandelen. Je kunt de vrijstelling dus niet toepassen op winstbewijzen of opties. Bovendien moet je minimaal 5 procent van de aandelen in het bedrijf bezitten. De wijziging gaat in op 1 januari 2026.
Belastingdienst moet geruisloze overdracht goedkeuren
De Belastingdienst moet de geruisloze overdracht goedkeuren. De overdragende partij en opvolgende ondernemer moeten op hun aangifteformulier een verzoek indienen bij de inspecteur die de aanslag van de verkoper regelt. Die gaat over de goedkeuring belastingdienst.
De kopende partij moet de onderneming voortzetten met de oude boekwaarden van de bezittingen en schulden. Tegenover deze boekwaarde komt een hogere schuld aan de overdrager op de balans, waardoor het ondernemingsvermogen van de overnemer niet zelden negatief zal worden.
Whitepaper Controle Belastingdienst
Onroerend goed en reserves
Overigens moet de overnemer ook 10,4 procent overdrachtsbelasting betalen over de onroerende goederen die onderdeel uitmaken van het bedrijf. Er gelden echter wel vrijstellingen in bepaalde situaties.
Bovendien kan hij voor de aangegane verplichtingen geen aanspraak meer maken op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Een eventuele terugkeerreserve valt buiten de geruisloze doorschuiving. Hierover moet worden afgerekend met de fiscus.
Nadelen geruisloos doorschuiven
Het is niet altijd verstandig om gebruik te maken van de doorschuifregeling. Heb je bijvoorbeeld nog een verlies te verrekenen, dan kan het voordeliger uitpakken om wel af te rekenen over de stakingswinst.
Advies over geruisloos doorschuiven
De regeling van geruisloos doorschuiven is complex en in iedere situatie anders. Laat je daarom adviseren door een fiscaal specialist.