Albert Steenbergen jr.
Bedrijf: Touwslagerij Steenbergen, Gorssel
Doel: in touw de beste zijn
Sinds: 1900
Bijzonder: van de klimnetten, touwladders en klimtouwen in alle Nederlandse schoolgymzalen komt 80% bij Steenbergen vandaan
touwslagerij.com
In het pand in Gorssel, met het uiterlijk van een oude werkplaats, hangt de geur van hout, lijm, natuurlijke vezel, teer en intensieve arbeid. Touwslagerij Steenbergen zetelt op deze plek sinds 1959, daarvoor elders in Gorssel en tot eind jaren twintig in Eefde. De overgrootvader van huidige eigenaar Albert – ook een Albert – nam de touwslagerij in 1900 over van een ander. De huidige Albert (43) laat de tol en de lijnbaan – 180 meter lang – in de achtertuin zien. ‘Met dit oude gereedschap kan ik nuance aanbrengen in het product en dus een kwaliteit leveren die bijna niemand meer brengt. We zijn een van de laatste touwslagers in Nederland.’
Vanaf 1925 gingen de rijke touwslagers investeren in machines en zo werden ze tot touwfabriek. Alberts opa zei hierover, ergens in de jaren vijftig: ‘Machinaal touw is dood spul. Wij zorgen dat er leven in zit.’ En zo is het in 2015 nog steeds. Albert: ‘Ons werkproces nauwelijks veranderd. Nog steeds wordt er vezel gesponnen tot garen, garen getwijnd tot strengen en strengen worden geslagen tot touw. Hierbij gebruik ik net als vroeger een tol en een lijnbaan. De tol is van belang om de hardheid en de slag van het touw te bepalen. Twijnen en slaan is echt gevoelswerk dat je leert door het veel te doen. Wanneer je zoiets machinaal aanpakt win je tijd, maar verlies je dit maatwerk. Je kunt dan niet inspelen op de verschillen tussen vezels. Je hebt kennis nodig, gevoel, ervaring, om handgeslagen touw te maken. Het is een vak.’
Duurzaam
Op mijn achttiende leerde hij het vak van zijn vader Gerrit, nu 77, die het weer van diens vader had, enzovoort. ‘We hebben hiernaast een museum met oude werktuigen, gebruiksvoorwerpen, foto’s, grondstoffen en producten, waar veel mensen komen kijken. De markt is in die jaren wel veranderd, harder geworden. Ik moet concurreren met de touwfabrieken die sneller kunnen leveren. Daartegenover staat dat ik duurzaam en ambachtelijk werk. Je krijgt een touw dat niet snel stuk gaat en past bij het doel. En dat is waarom ik hier sta: om de beste te zijn in touw.’