Misverstand 1
“Garantietermijn verstreken, dus geen verplichting”
– Je moet de klant altijd helpen een oplossing te vinden. Daarbij is de verwachte levensduur van een product leidend.
Misverstand 2
“Zonder bon geen reclamatie”
– Een consument is niet verplicht een kassabon te overleggen wanneer hij met een ondeugdelijk product terugkomt. Wel kun je verlangen dat hij aantoont dat het bij je is gekocht.
Of je kent de klant en doet dan helemaal niet moeilijk.
Misverstand 3
“Maar ík kan mijn schade nergens verhalen”
– Volgens het ‘regresrecht’ kun je jouw leverancier wel degelijk de schadeloosstelling aan de consument doorberekenen.
Misverstand 4
“Eerst repareren, dan vervangen”
– De consument mag kiezen. Alleen als herstel veel goedkoper is, mag je vervanging afwijzen.
Je moet daarbij wel zorgen om de overlast van een reparatie te beperken, bijvoorbeeld door tijdelijk een leenexemplaar aan te bieden.
Misverstand 5
“Geen rechten tijdens uitverkoop”
– Bij afgeprijsde producten gelden dezelfde wetten en regels. Het kan wel zo zijn dat er minder hoge verwachtingen aan het actieproduct gesteld moeten worden, zoals een kortere levensduur. Dat moet dan wel duidelijk zijn bij de aankoop.
Misverstand 6
“Klachten binnen 48 uur melden”
– De wet schrijft iets anders voor. Na ontdekking van het mankement hebben consumenten twee maanden de tijd om te klagen.
Misverstand 7
“Niet goed? Tegoedbon!”
– Als reparatie of vervanging niet mogelijk is bij een ondeugdelijk product, heeft de klant gewoon recht op teruggaaf van (een deel van) het aankoopbedrag. Je kunt wel een tegoedbon aanbieden, maar die hoeft hij niet te accepteren.
Misverstand 8
“Ik bepaal helemaal zelf de algemene voorwaarden”
– Je moet je aan de wet houden. Het is verboden om alle risico’s uit te sluiten of over te hevelen naar de andere partij.
Tip! Essentiële (of handige) ondernemerszaken: Bedrijfsverzekeringen (zoals bijvoorbeeld een beroepsaansprakelijkheidsv