Prinsjesdag - dit jaar op 19 september - is traditioneel de dag dat het kabinet de begroting presenteert en de verschillende (belasting)plannen uit de doeken doet. Wij geven je een overzicht van de belangrijkste fiscale maatregelen voor ondernemers.

Inhoudsopgave

Snel inzicht in de belangrijkste ondernemerszaken: met de Top 3 Scans van De Zaak: de AOV Scan, de Aftrekposten Scan en de Pensioen Scan

Een deel van de fiscale maatregelen is al aangekondigd via onder andere het Belastingplan 2023, de Voorjaarsnota en het wetsvoorstel Belastingplan 2024. Hoewel het kabinet demissionair is en daardoor niet alle plannen zullen kunnen worden uitgevoerd, zijn er op tal van terreinen fiscale wijzigingen die toch doorgevoerd zullen worden.

Inkomstenbelasting

Box 1

Energie-investeringsaftrek (EIA)

Het percentage van de energie-investeringsaftrek wordt verlaagd. Daarbij geldt de verlaging ook voor het maximale investeringsbedrag dat voor de aftrek in aanmerking komt. De horizonbepaling wordt verlengd, wat inhoudt dat over vijf jaar opnieuw een evaluatie moet plaatsvinden in hoeverre de EIA nog een doelmatig instrument is.

Verruiming herinvesteringsreserve

Het gebruik van de herinvesteringsreserve wordt bij gedeeltelijke staking van de bedrijfsactiviteiten toegankelijker gemaakt, dit om barrières voor stoppende agrariërs weg te nemen.

Afbouw zelfstandigenaftrek

In het belastingplan 2023 is al aangegeven dat de zelfstandigenaftrek wordt afgebouwd tot maximaal €900 in 2027. Dit heeft tot gevolg dat de zelfstandigenaftrek in 2024 €3.750 zal bedragen (€5.030 in 2023).

De startersaftrek blijft € 2.123.

Box 2

Tarief

Op dit moment is het box 2 tarief 26,9%. Vanaf 2024 komen er twee schijven voor de berekening van de box 2 belasting. De eerste schijf loopt tot € 67.000 en heeft een tarief van 24,5%. Voor de inkomsten boven de € 67.000 geldt een tarief van 31%. Daarbij is in het Belastingplan 2023 ook aangegeven dat vanaf 2025 de hoogte van de algemene heffingskorting afhankelijk zal worden van het gehele verzamelinkomen, dus inclusief het inkomen box 2 en box 3. Tot nu toe is de hoogte van de heffingskorting alleen afhankelijk van de hoogte van het inkomen uit werk en woning (box 1). Door deze wijziging zal het effectieve tarief regelmatig hoger liggen dan 30% en wordt het inkomen dus zwaarder belast.

Excessief lenen

Er komen twee wijzigingen in de maatregel tegen excessief lenen:

  1. Indien de belastingplichtige na emigratie bovenmatig geld leende van een nieuwe in het buitenland gevestigde BV, werd de conserverende aanslag ingevorderd. Deze ongewenste uitkomst wordt gerepareerd.
  2. Er komt een aanpassing in de toedeling van het maximum bedrag excessief lenen bij het einde van een fiscaal partnerschap.  

Box 3

In de voorjaarsnota is aangegeven dat het nieuwe stelsel op basis van het werkelijk rendement niet eerder zal ingaan dan 1 januari 2027. Doordat het nieuwe stelsel weer een jaar wordt uitgesteld is er in 2026 een budgettaire derving van € 395 miljoen, deze derving moet gedekt worden binnen het box 3 systeem. Het box-3 tarief gaat van 32 % dit jaar naar 33% in 2024 en 34 % in 2025.

Afschaffing van de betalingskorting

De betalingskorting bij de voorlopige aangifte (VA) van de inkomstenbelasting wordt afgeschaft.

VvE-aandeel en derdenrekening notaris kwalificeren als banktegoeden

Het aandeel in het vermogen van een VvE of vermogen op een derdengeldenrekening wordt voortaan onder de categorie banktegoeden geplaatst, omdat dit vermogen meestal op een bankrekening staat en deze categorie daarom beter bij dit vermogensbestanddeel past. Dit betekent dat hierop ook het lagere forfaitaire rendement voor banktegoeden wordt berekend.

Loonbelasting

Reiskostenvergoeding

Met ingang van 1 januari 2024 zal de onbelaste reiskostenvergoeding worden verhoogd van € 0,21 naar € 0,22.

Regeling OV-abonnementen

Op dit moment zijn er twee regelingen voor het onbelast verstrekken van OV-abonnementen. Deze twee regelingen worden vervangen door één vrijstelling.

Loonkostenvoordeel oudere werknemer

Het loonkostenvoordeel is een tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers in dienst nemen die lastig aan het werk komen. Tot deze doelgroep behoorde ook oudere werknemers met een uitkering. Dit loonkostenvoordeel voor deze groep wordt per 2026 afgeschaft.

Verruiming werkkostenregeling vervalt

Via de werkkostenregeling (WKR) mag je onbelast vergoedingen en bepaalde producten en diensten aan je medewerkers geven. De vrije ruimte van deze werkkostenregeling is in 2023 eenmalig verruimd naar 3 procent over de eerste 400.000 euro van de loonsom. Vanaf 2024 vervalt deze verhoging en geldt daarvoor een percentage van 1,92. Voor het restant van de loonsom blijft de WKR 1,18 procent.

Vennootschapsbelasting

Fonds voor gemene rekening

Op Prinsjesdag wordt het wetsvoorstel verwacht waarbij fondsen voor gemene rekening vanaf 1 januari 2025 alleen nog vennootschapsbelastingplichtig zijn als wordt voldaan aan twee voorwaarden:

  1. Het FGR staat onder toezicht van de Nederlandsche Bank, en
  2. Het FGR heeft een vergunning van of registratie bij de AFM
    Voor alle fondsen die niet aan deze voorwaarden voldoen wordt het fonds fiscaal aangemerkt als een besloten fonds. Het gevolg hiervan is dat er afrekening komt in de vennootschapsbelasting over de stille reserves en afrekening over de aanmerkelijk belang claim in box 2. Voor beide afrekeningen biedt het wetsvoorstel overgangsrecht in 2024.

Open CV

Op Prinsjesdag komt er naar alle waarschijnlijkheid ook het wetsvoorstel tot afschaffing van de open CV. Dit wetsvoorstel zal voorzien van overgangsrecht gedurende 2024, zodat er geen directe heffing in de vennootschapsbelasting en in box 2 zal zijn. De verwachte ingangsdatum is 1 januari 2025.

Aanpassing regime Vrijgestelde Beleggings Instelling (VBI)

Op Prinsjesdag wordt tevens het wetsvoorstel verwacht waarin het regime voor de vrijgestelde beleggingsinstellingen vanaf 2025 alleen nog toegankelijk is voor bepaalde instellingen in het kader van de Wet Financieel Toezicht.

Vastgoedmaatregel Fiscale Beleggings Instelling (FBI)

Een FBI mag door deze aanpassing niet meer rechtstreeks beleggen in onroerend goed. Het wetsvoorstel wordt op Prinsjesdag gepresenteerd. De vermoedelijke ingangsdatum van deze maatregel zal 1 januari 2025 zijn.

Aanpassing kwalificatiebeleid buitenlandse rechtsvormen

De kwalificatie van buitenlandse rechtsvormen vindt in Nederland plaats aan de hand van de rechtsvormvergelijkingsmethode. In het wetsvoorstel aanpassing kwalificatiebeleid rechtsvormen worden twee aanvullende methoden geïntroduceerd, de symmetrische methode en de vaste methode. Het doel van dit wetsvoorstel is het verminderen van hybride mismatches.

Dividendstripping

Het voornemen is om twee maatregelen tegen “dividendstripping” te nemen, namelijk:

  1. Verrekening, vermindering of teruggaaf van dividendbelasting wordt voortaan alleen verleend aan degene die hier op een wettelijk te bepalen peildatum recht op heeft;  
  2. Een aanpassing van de bewijslastverdeling ten gunste van de bewijspositie van de belastinginspecteur.

Earningsstrippingmaatregel

In de voorjaarsnota is voorgesteld om de drempel van € 1 miljoen te laten vervallen voor vastgoedlichamen met aan derden verhuurd vastgoed.

Minimumkapitaalregel banken en verzekeraars

Deze specifieke renteaftrekbeperking voor banken en verzekeraars werkt in bepaalde gevallen onevenwichtig uit. Deze onevenwichtigheid zal worden hersteld door de regeling op technische punten aan te passen.

Omzetbelasting

Wijziging plaats van dienst – virtuele diensten

De plaats van dienstregels ten aanzien van culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve en vermakelijkheidsdiensten die virtueel worden verricht gaan wijzigen: vanaf 1 januari 2025 is btw verschuldigd in de lidstaat van de woon- of vestigingsplaats van de afnemer. Momenteel is btw verschuldigd in de lidstaat waar het evenement of de activiteit daadwerkelijk plaatsvindt. In mei 2023 is het wetsvoorstel hiervoor ingediend bij de Tweede Kamer.

Doelmatigheid verlaagde btw-tarief

Uit de Voorjaarsnota 2023 blijkt dat de doelmatigheid van het verlaagd btw-tarief in zijn geheel maar in het bijzonder ten aanzien van de sierteelt, arbeidsintensieve diensten (zoals schilders, kappers en schoonmakers), cultuur (zoals boeken, musea en bioscopen) en logies (zoals hotels en campings) zal worden beoordeeld. Momenteel wordt bezien welke vervolgstappen ondernomen zullen worden waarbij afschaffing en versobering tot de mogelijkheden behoren.

Bpm

Verhoging vaste voet

In het Belastingplan 2024 wordt naar verwachting een maatregel opgenomen als gevolg waarvan per 1 januari 2025 de vaste voet in de bpm (een vast bedrag dat betaald moet worden bij aankoop van een nieuwe auto) met € 200 wordt verhoogd.

Afschaffing vrijstelling bestelauto’s ondernemers en wijziging grondslag

Als gevolg van een maatregel in het Belastingplan 2023 wordt de zogenaamde ondernemersvrijstelling per 1 januari 2025 afgeschaft. Daarbij wordt de hoogte van de bpm bepaald door de CO2-uitstoot (en is dus niet langer gebaseerd op de catalogusprijs). Voor inschrijving van bestelauto’s is vanaf dat moment dus bpm verschuldigd afhankelijk van de CO2-uitstoot. Dit geldt voor nieuwe registraties vanaf 2025. Op registraties tot en met 31 december 2024 kan de bpm-vrijstelling dus nog toegepast worden indien aan de voorwaarden van de ondernemersvrijstelling wordt voldaan.

Aanpassing Bedrijfsopvolgingsregeling en Doorschuifregeling

Op 29 juni 2023 heeft de Staatssecretaris de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting en de doorschuifregeling (DSR) in de inkomstenbelasting. Het doel van dit onderzoek was om te kijken naar verbeteringen in de doelmatigheid en uitvoerbaarheid van de BOR en de DSR.

Conclusie

Voorgesteld wordt om het vrijstellingspercentage van de BOR in de schenk- en erfbelasting per 2025 te verlagen van 83% naar 70% voor zover de goingconcernwaarde van de onderneming uitkomt boven € 1,5 miljoen. Tot € 1,5 miljoen (nu: € 1,2 miljoen) geldt een vrijstellingspercentage van 100%.

Dit heeft tot gevolg dat het effectieve tarief voor ondernemingsvermogen boven  € 1,5 miljoen wordt verhoogd van 3,4% naar 6%. 

De BOR en de DSR worden vanaf 2024 tot en met 2026 steeds verder aangepast. Het is van belang om goed te kijken naar het beste moment van overdracht van de onderneming, rekening houdend met de aangekondigde wijzigingen.

Informatieverplichting werkgebonden personenmobiliteit

Vanaf 1 januari 2024 is het verplicht om gegevens aan te leveren over de woon-werkmobiliteit en zakelijke mobiliteit van je werknemers, met als concreet doel een reductie van 1,5 megaton CO2 in 2030.

Is jouw pensioenpot al gevuld een zorgeloze oude dag? Check binnen 2 minuten welke pensioenopties voor jou (fiscaal) het beste zijn. Start de gratis Pensioen Scan van De Zaak.

Picture of Bob van der Burg

Bob van der Burg

Bob van der Burg is econoom, ondernemer en schrijver.
Lees ook…
Je harde werk, je passie, je levenswerk. Wat gebeurt er met je bedrijf als jij er niet meer bent? Je denkt er misschien liever niet aan, maar…
Zonder toestemming klantgegevens opslaan, gebruiken of delen? Die tijden zijn voorbij sinds de inwerkingtreding van de Algemene Verordening…
Om schijnconstructies aan te pakken, is De Wet aanpak schijnconstructies (WAS) in het leven geroepen. Deze wet beschermt werknemers tegen onderbetaling…
Werk je in je bedrijf veel met flexwerkers en nulurencontracten? Dan is het goed om te weten dat op dit moment strengere wet- en regelgeving in de maak…
Ieder kwartaal is er weer nieuwe regelgeving waarmee zzp’ers en ondernemers te maken krijgen. Per 1 oktober 2023 gaat weer een aantal wetten en…
Je moet een onderscheid maken tussen officiële feestdagen en verplichte vrije dagen. Een officiële feestdag is namelijk niet per definitie een…