Partners in één bedrijf
Partners die samen in de onderneming werken, is in het mkb vaak eerder regel dan uitzondering. Dat er door hen beiden – ook privé – in een zakelijke auto wordt rondgereden is ook niets bijzonders.
In deze situatie kan er een aftrekbeperking voor de autokosten gelden (als het om IB-ondernemers gaat), of er is een bijtelling voor de loon- en inkomstenbelasting (als het om werknemers gaat). Een werknemer is in dit geval ook de directeur groot aandeelhouder (DGA) en zijn/haar in de onderneming werkzame partner.
Fiscaal voordeel
Als beide partners een eigen zakelijke auto hebben, krijgen zij vanzelfsprekend allebei te maken met de bijtelling die hoort bij de ter beschikking gestelde auto.
Er valt echter een leuk fiscaal voordeel te behalen als aan beide partners samen door de werkgever één personenauto ter beschikking wordt gesteld. De bijtelling kan dan in redelijkheid worden verdeeld over de personen aan wie deze auto ter beschikking is gesteld.
Eerlijke verdeling
Twee zaken zijn duidelijk. In de geschetste situatie mag het forfait verdeeld worden, en hoeft deze bijtelling dus niet verplicht bij één van de twee partners (bijvoorbeeld de man of degene met het hoogste inkomen) te worden meegenomen.
Verder is er geen manier voorgeschreven waarop deze verdeling plaats dient te vinden. De bijtelling moet naar redelijkheid worden verdeeld, en daar kunnen we nog alle kanten mee op.
Een voor de hand liggende verdeling is die op basis van het aantal dagen of (kantoor) uren dat de auto aan ieder van de partners ter beschikking staat. Bij een vaste taak- en werkverdeling, met een bijbehorend vast werkpatroon is dit zeker een werkbare oplossing.
Werknemersfeer
Een alternatief is de verdeling aan de hand van het door ieder van de partners gereden aantal (privé-)kilometers. Al moet er dan wel een geloofwaardige rittenadministratie bijgehouden worden.
Hoewel dat zeker richting Belastingdienst niet onverstandig zou zijn, hoeven de afspraken omtrent de verdeling van het gebruik niet per se schriftelijk vastgelegd te worden: mondelinge afspraken kunnen volstaan.
En het feit dat een directeur-grootaandeelhouder zijn eigen personenauto ter beschikking stelt doet ook niet ter zake. Dergelijke afspraken hebben namelijk niet alleen te maken met de relatie tussen beide partners.
Hoewel hierboven een situatie in de werknemersfeer is beschreven (weliswaar tussen de directeur-grootaandeelhouder, zijn echtgenote en hun bv) is hij ook van toepassing bij een onderneming door de beide echtelieden gedreven wordt (bijvoorbeeld een firma tussen de echtgenoten).
Tariefvoordeel
De verdeling van de bijtelling levert uiteraard alleen voordeel op als één van de partners in een hogere tariefschijf valt dan de andere. Pas dan kan door de verdeling gebruik gemaakt worden van dit tariefvoordeel.
Tenslotte nog een argument voor een mooie, grote, maar vooral dure auto: hoe duurder de auto, hoe hoger de bijtelling uitvalt, des te groter het mogelijk te behalen voordeel.
Zie ook:
– Auto van de zaak of niet? 8 tips »
– Twee keer bijtelling privégebruik voor één DGA? »