Kamervragen over harde handhaving schijnzelfstandigheid: ‘Hoop dat het een misverstand is’
Ondernemers klagen over de manier waarop de Belastingdienst handhaaft op schijnzelfstandigheid. Waar inspecteurs eerst een waarschuwing zouden moeten geven, starten ze nu direct met een boekenonderzoek. Dit leidt tot onzekerheid en frustratie bij ondernemers. VVD-Kamerlid Thierry Aartsen heeft samen met Mariska Rikkers-Oosterkamp (BBB) en Hans Vijlbrief (D66) Kamervragen gesteld.
Sinds 1 januari is de Belastingdienst aan het handhaven op schijnzelfstandigheid, nu het handhavingsmoratorium is vervallen. Staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane) had eerder beloofd dat er sprake zou zijn van een ‘zachte landing’, waarbij ondernemers eerst een waarschuwing krijgen voordat zwaardere middelen zoals een boekenonderzoek worden ingezet. Maar volgens signalen van ondernemers gebeurt dit in de praktijk niet.
Aartsen laat op LinkedIn weten dat hij hoopt dat het hier om een misverstand gaat, maar vindt het belangrijk om de signalen serieus te nemen. De Kamerleden willen van de ministers van Financiën en Sociale Zaken weten hoeveel waarschuwingen en boekenonderzoeken er sinds 1 januari zijn uitgevoerd en onder welke voorwaarden. De antwoorden moeten duidelijkheid bieden in aanloop naar het commissiedebat over zzp-beleid op 12 maart.
Leestip: Schijnzelfstandigheid in 2025. Wat kun je als ondernemer verwachten?
Advies van De Zaak: zowel zzp’ers als opdrachtgevers doen er verstandig aan om: 1. niet in paniek te raken en 2. alert te blijven op mogelijke schijnzelfstandigheid. Controleer of samenwerkingen voldoen aan de regels en leg de afspraken goed vast. Gebruik hierbij tools zoals de Scan Schijnzelfstandigheid of vraag professioneel advies. Kom je als zzp’er uiteindelijk tot de conclusie dat je beter kunt stoppen met je bedrijf? Zorg dan dat je alles rondom het ondernemerschap goed afrondt.
Nieuwe norm voor kilometervergoeding: zakelijke rijders krijgen te weinig vergoed
De Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) heeft een nieuwe norm vastgesteld voor de kilometervergoeding in 2025. Volgens de belangenbehartiger van zakelijke automobilisten zou de vergoeding voor een middenklasse auto minimaal € 0,36 per kilometer moeten bedragen. Dat is fors hoger dan de onbelaste kilometervergoeding van € 0,23 die de fiscus toestaat.
Veel werknemers die hun privéauto zakelijk gebruiken, krijgen slechts de belastingvrije € 0,23 per kilometer vergoed. Maar volgens VZR is dat lang niet genoeg om de werkelijke autokosten te dekken. Naast brandstofkosten gaat het ook om verzekering, onderhoud en afschrijving. Werkgevers mogen een hogere vergoeding bieden, maar het bedrag boven de € 0,23 wordt dan wel als loon belast.
Om meer duidelijkheid te scheppen, heeft VZR een norm vastgesteld op basis van drie autoklassen:
- Categorie A: Auto’s tot € 25.000
- Categorie B: Auto’s van € 25.000 tot € 45.000
- Categorie C: Auto’s boven € 45.000
Daarnaast introduceert VZR een ‘beschikbaarheidsvergoeding’ als extra compensatie voor het beschikbaar stellen van de privéauto voor zakelijke ritten. Dit bedrag komt bovenop de variabele kosten en bedraagt 50% van de vaste kilometerkostprijs.
Advies van De Zaak: overweeg of een hogere kilometervergoeding bijdraagt aan tevredenheid en behoud van werknemers. Wil je extra belasting voorkomen? Dan kun je ook alternatieven overwegen, zoals een leaseauto of mobiliteitsbudget.
Belastingdienst scherpt controle op zakelijke kosten aan: voorkom naheffingen/navorderingen met boete
De Belastingdienst gaat in 2025 strenger controleren op zakelijke kosten in aangiften, met extra aandacht voor eenpersoons-bv’s en zelfstandigen. Uit onderzoek van de Belastingdienst blijkt dat privé-uitgaven vaak onterecht worden opgevoerd, zoals onderhoud aan privéwoningen, sportabonnementen en laptops voor gezinsleden.
Vooral directeur-grootaandeelhouders (dga’s) krijgen regelmatig te maken met correcties, met naheffingen, navorderingen en boetes tot gevolg. De Belastingdienst roept ondernemers en accountants op om zorgvuldiger te beoordelen welke kosten echt zakelijk zijn.
Advies van De Zaak: wil je problemen met de Belastingdienst voorkomen? Controleer zorgvuldig welke kosten écht zakelijk zijn. Twijfel je? Overleg dan met je accountant of fiscalist. Zorg ook voor een duidelijke administratie en bewaar facturen en onderbouwingen van zakelijke uitgaven goed. Dit helpt bij eventuele controles en voorkomt onverwachte aanslagen.
Thuiswerkvergoeding in 2025: wat mag je als werkgever vergoeden?
Sinds 1 januari 2022 mogen werkgevers een onbelaste thuiswerkvergoeding geven. In 2025 is dit bedrag vastgesteld op € 2,40 per thuisgewerkte dag. Dit bedrag is bedoeld om extra kosten zoals verwarming, elektriciteit en koffie te compenseren.
Belangrijke regels voor werkgevers:
Geen dubbele vrijstelling: voor een dag waarop een werknemer zowel thuiswerkt als naar kantoor reist, mag je óf de thuiswerkvergoeding (€ 2,40) óf de reiskostenvergoeding (€ 0,23 per km) toepassen – niet beide.
Vaste vergoeding mogelijk: werkt een werknemer structureel thuis (minimaal 128 dagen per jaar), dan mag je een vaste vergoeding geven alsof hij 214 dagen per jaar thuiswerkt.
Dienstreizen tellen niet mee: werkt een werknemer deels thuis en maakt hij een dienstreis (geen woon-werkverkeer), dan mag je wél zowel de reiskosten als de thuiswerkvergoeding onbelast vergoeden.
Advies van De Zaak: maak heldere afspraken over thuiswerkdagen en vergoedingen. Dit voorkomt fouten in de loonadministratie en zorgt ervoor dat werknemers optimaal gebruik kunnen maken van de regeling.